overschrijven op naam van een ander dan degene op wiens naam de ver-
gunning is gesteld.
3
ARTIKEL 26 Formulier voor ambtelijke aantekeningen
1 Aan de houder der bouwvergunning wordt een formulier voor ambtelijke aan-
tekeningen uitgereikt.
2 Het formulier voor ambtelijke aantekeningen, bedoeld in het vorige lid, moet 4
gedurende de bouw op het werk ter beschikking zijn van het bouwtoezicht;
aantekeningen, door het bouwtoezicht op het formulier gesteld, worden geacht
ter kennis van de houder der bouwvergunning te zijn gebracht.
ARTIKEL 27 Kennisgeving aan burgemeester en wethouders
De houder der bouwvergunning geeft aan burgemeester en wethouders schrif-
telijk kennis van:
a. verandering van het correspondentie-adres, bedoeld in artikel 15, lid 3,
onder a; 1
b. het gereed zijn voor ingebruikgeving of ingebruikneming van het bouwwerk
of een gedeelte daarvan.
ARTIKEL28 Verklaring van gereed zijn voor ingebruikgeving of ingebruikneming
1 Burgemeester en wethouders doen binnen twee weken, nadat kennis is ge-
geven van het gereed zijn voor ingebruikgeving of ingebruikneming van een
bouwwerk of een gedeelte daarvan, een onderzoek instellen naar de juistheid
van deze kennisgeving.
2 Indien burgemeester en wethouders uit het onderzoek, bedoeld in het vorige
lid, niet is gebleken, dat de uitvoering van het bouwwerk of van het in lid 1
bedoelde gedeelte daarvan en de aanleg en de afscheiding van het bij het
bouwwerk of het in lid 1 bedoelde gedeelte daarvan behorende terrein niet
hebben plaats gehad overeenkomstig de bouwvergunning en de daarbij be-
horende bescheiden, de eventuele nadere bouwvergunningen, de bouwverorde-
ning en de krachtens deze verordening gestelde nadere regelen, wordt daarvan,
behoudens het bepaalde in lid 3, door of namens burgemeester en wethouders
desveriangd aan de houder der bouwvergunning zo spoedig mogelijk een
schriftelijke verklaring afgegeven.
Indien het bouwwerk een woonkeet betreft, moet in het voorgaande van dit lid
voor ,,de bouwverordening en de krachtens deze verordening gestelde nadere
20