Ten geleide
Met grote waardering heeft het Bestuur van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten kennis genomen van de model-bouwverordening met toelichting,
die de Adviescommissie voor de unificatie en de toepassing van gemeentelijke
bouwverordeningen in het begin van dit jaar voltooid heeft. Het stemt tot vol-
doening dat de pioniersarbeid, destijds verricht door de onder voorzitterschap
van prof. dr. ir. J. P. Mazure staande Studiecommissie Bouwvoorschriften, is
voortgezet en uitgebreid door een veelzijdig samengestelde en in goede har-
monie samenwerkende groep van deskundigen.
Verheugend is het, dat dit model gepubliceerd kan worden kort voordat
naar verwacht mag worden de nieuwe Wonigwet in werking zal treden. De
gemeentebesturen kunnen nu, bij het verantwoordelijke werk dat de aanpas-
sing van hun voorschriften aan de nieuwe wettelijke eisen van hen zal vergen,
hun voordeel doen met de zorgvuldig afgewogen en goed doordachte voor-
stellen die in dit model zijn neergelegd.
Het Bestuur stemt in met het voornemen van de commissie het model door
periodieke aanpassing als het ware ,,bij de tijd" te houden. De dynamische
ontwikkeling van de bouwtechniek, de bouweconomie en de inzichten op het
gebied van de volkshuisvesting maken het inderdaad noodzakelijk, dat de
gemeentebesturen zich voortdurend bewust blijven van hun taak de in hun
bevoegdheidssfeer vallende bouwvoorschriften telkens te moderniseren. Het
is een geruststellende gedachte, dat de Adviescommissie voor de unificatie en
de toepassing van gemeentelijke bouwverordeningen een in de eigen ge-
meentelijke kring ontstaan orgaan voorlichting zal kunnen geven bij dit
aanpassingsproces.
Het lijkt typerend voor de huidige ontwikkeling, dat de Adviescommissie het
niet verantwoord vond twee modellen te ontwerpen, nl. een voor de grote en
een van eenvoudiger aard voor de kleine gemeenten. Inderdaad hebben
recente ervaringen geleerd, dat ook kleine gemeenten op het gebied van het
bouwen betrekkelijk onverwachts voor belangrijke taken van toezichthoudende
aard kunnen worden gesteld. Het Bestuur vindt het een goede gedachte, dat
door de typografische uitvoering (de „kernbepalingen" zijn afgedrukt op
papier van afwijkende kleur) tot uitdrukking komt welk gedeelte uit de
omvangrijke verzameling voorschriften het meest geraadpleegd zal worden.