of Zij in verband met de toepassing van niet-traditionele constructies en H«
materialen de voorschriften van het door haar ontworpen model functioneel va
diende te redigeren. Zij meende echter vooralsnog geen functionele bepalingen or
te moeten voorstellen, al hebben functionele voorschriften, naar de Studie- st
commissie opmerkt, als het ware de achtergrond gevormd van de door haar dr
ontworpen voorschriften. Sedert het verschijnen van haar rapport is de toe- ric
passing van niet-traditionele constructies en materialen echter zo sterk toege- rrn
nomen dat het noodzakelijk bleek de bepalingen zodanig te redigeren dat Hi
de niet traditionele constructies en materialen aan daarop afgestemde voor- de
schriften van de bouwverordening zouden kunnen worden getoetst. Dit is be
bij de huidige vorm der gemeentelijke bouwverordeningen niet mogelijk. Het m,
enige criterium dat tot nu toe wordt gebezigd (gewoonlijk per vrijstelling) is, te
dat een niet-traditionele constructie of een niet-traditioneel materiaal niet to
minder deugdelijk mag zijn dan een vergelijkbare traditionele constructie of d«
een vergelijkbaar traditioneel materiaal. Dit leidt in de praktijk tot oordeel- h«
vellingen, die van gemeente tot gemeente sterk verschillen. De noodzaak doet dt
zich echter voor ongemotiveerde verschillen in beoordeling van niet- ki
traditionele constructies en materialen te voorkomen. Dit lijkt alleen mogeiijk nt
indien aan de beoordeling landelijk aanvaarde functioneel geredigeerde voor- d<
schriften ten grondslag liggen. Om deze reden is in het model het systeem Ve
van functioneel geredigeerde voorschriften in hoofdzaak waar het bepa- q
lingen inzake de constructie van bouwwerken betreft gekozen. Naast deze gc
functionele eisen zijn echter ook nog een aantal concrete eisen gesteld dj
welke betrekking hebben op traditionele constructies en materialen. Dit betrefi bf
in het algemeen bepalingen welke ingevolge artikel 3, lid 7, van de Woningwet q
juncto artikel 26, lid 2, van de Overgangswet ruimtelijke ordening en volks- df
huisvesting in overeenstemming moeten zijn met het Besluit Uniforme Bouw- ie
voorschriften, dat bepalingen bevat die als concrete eisen zijn geredigeerd B
De opzet van de redactie der functionele bepalingen is zodanig, dat de
functies, waaromtrent eisen worden gesteld, in de bepalingen worden genoemt
en dat voor de waarde, die de constructie of het materiaal voor elk van die
functies ten minste moet bezitten verwezen wordt naar als onderdeel van de y
verordening vast te stellen tabellen en voorts naar Normen (uitgegeven doot
het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN-bladen) en soortgelijke publikaties
zoals de Voorschriften voor Gewapend-Betonvloeren in woningen (V.G.B.W J
1949) en de Voorschriften voor Gewapende-Baksteenvloeren (V.G.B. 1949).
16