Inleiding
name genoemde Norm, indien inmiddels daarvoor in de plaats een gewij-
zigde Norm is verschenen. Men zie hiervoor artikel 266.
Het derde bezwaar is niet geheel te ontgaan. Getracht is het bezwaar zoveel
mogelijk te ondervangen door die Normen waarbij dit bezwaar zich het sterkst
deed gevoelen niet in hun geheel maar slechts voor bepaalde delen bindend
te verklaren. (Zie bijv. artikel 164, lid 4, onder d).
Verschil in bepalingen voor verschillende soorten van gemeenten
De vraag deed zich voor of voor de gemeenten met een geringe bouw-
bedrijvigheid een apart verkort model moest worden samengesteld. Deze
vraag is om verschillende redenen ontkennend beantwoord. Het is nl. moeilijk
aan te geven, welke bouwobjecten in een bepaalde gemeente niet voor
zullen komen en welke bepalingen daarom zouden kunnen worden gemist.
Bovendien kan het oprichten van belangrijke bouwwerken zich ook voordoen
in gemeenten, die overigens een geringe bouwbedrijvigheid te zien geven.
Deze overwegingen hebben geleid tot het ontwerpen van één model voor
alle gemeenten.
In het model is er wel rekening mede gehouden, dat sommige bepalingen op
plaatselijke verhoudingen en omstandigheden moeten kunnen worden afge-
stemd. Dit is tot uitdrukking gebracht door de in deze bepalingen voor-
komende getallen tussen haakjes te plaatsen. Dit betekent dat het betreffende
getal slechts bedoeld is als richtlijn en wellicht voor sommige gemeenten of
voor sommige delen van een gemeente door een ander getal dient te worden
vervangen. Een voorbeeld hiervan treft men aan in artikel 62, lid 1, sub b,
dat het aantal kamers regelt, dat een woning ten minste moet bevatten.
Ook kan het voorkomen dat een bepaling geheel moet worden geschrapt,
bijv. omdat zij betrekking heeft op gevallen die zich in de gemeente niet
kunnen voordoen, zoals bepalingen omtrent meergezinshuizen in gemeenten
waar slechts ééngezinshuizen zijn toegestaan. In deze gemeenten moet artikel
35 in de verordening voorkomen. Bij de toelichting op dit artikel is aangegeven
welke andere artikelen dan kunnen worden weggelaten.
8. Niveau der bepalingen
Het model is erop afgestemd, dat een bouwverordening slechts minimum-
eisen dient te bevatten. De bepalingen van het model zijn dan ook in het
19