21
Inleidlnp
der verordening ook de nummering der artikelen volgen. Dit betekent nl. dat
in alle gemeenten die zulks doen, de artikelen die hetzelfde behandelen ook
hetzelfde nummer dragen. Op die wijze worden bepaalde artikelnummers op
den duur een begrip voor iedere gebruiker van een gemeentelijke bouw-
verordening, ongeacht van welke gemeente deze is.
Deze aanbeveling houdt in dat, indien bepaalde artikelen worden weggelaten
(o.a. in de gemeenten, die artikel 35 opnemen) de nummers der weggelaten
artikelen ongebruikt blijven en er hier en daar dus een klein hiaat in de
nummering ontstaat. Dit wordt niet als een ernstig bezwaar gevoeld.
Omtrent het onderwerp artikelnummering zij ten slotte opgemerkt dat voor
de artikelen van de door burgemeester en wethouders vast te stellen nadere
regelen ter onderscheiding van de nummering der verordening zelf, een oplos-
sing is gekozen waarbij het artikelnummer wordt voorafgegaan door een
hoofdletter.
11. Moment van invoering der bepalingen
Ingevolge artikel 3, lid 3, van de Overgangswet ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting is aan de gemeenten na de inwerkingtreding van de wet
een termijn van drie jaar gelaten om de bouwverordening aan de nieuwe
Woningwet aan te passen. Wijziging van de bouwverordening zal dus voor
alle gemeenten nodig zijn. Indien van deze gelegenheid gebruik wordt
gemaakt om een nieuwe bouwverordening overeenkomstig het onderhavige
model vast te stellen, zal de zo nodige eenheid in de bouwvoorschriften
bereikt kunnen worden.
Aangezien het model is gebaseerd op de nieuwe Woningwet zal het door de
gemeenten ter voldoening aan genoemd artikel van de Overgangswet, met
inachtneming van hetgeen hierna in de ..toelichtingen op het ontstaan" is
gesteld, kunnen worden overgenomen en na het van kracht worden van
de Woningwet in werking kunnen treden.