overgelegd. Het verlenen van de bouwvergunning zal dan plaats hebben overeenkomstig de overgelegde bescheiden (eventueel gewijzigd) en even- tueel onder het geven van vrijstelling en het stellen van nadere eisen In de bedoelde bescheiden zullen reeds verschillende bepalingen der bouwverorde- ning z|jn verwerkt, doch het is uiteraard niet mogelijk in deze bescheiden alle bepalingen te verwerken of op te nemen waaraan bij het bouwen moet worden voldaan. Weliswaar bevat de bouwverordening rechtstreeks bindende voorschriften met betrekking tot het bouwen, doch op de overtreding daarvan is in verband met het systeem van de Woningwet geen straf gesteld. De voorschriften kunnen echter wel met politiedwang gehandhaafd worden. Wenst men de overtreding van die voorschriften ook strafbaar te stellen, dan dient in de bouwvergunning, waarvan de overtreding reeds ingevolge de Woningwet strafbaar is, uitdrukkelijk te worden gesteld dat zal moeten worden voldaan aan de bouwverordening en - zo nodig aan de krachtens deze verorde- ning gestelde nadere regelen. Lid2, onder d. Onder de uitzonderingen van lid 2 vallen niet de als bouwwerk te beschouwen erfafscheidingen, welke van een openbare weg af zichtbaar zijn; evenmm die, welke niet van een openbare weg af zichtbaar zijn en niet voldoen aan het bepaalde in artikel 302, lid 3. Deze zijn, in verband met de in hoofdstuk 1 opgenomen begripsomschrijvingen van „bouwen" en bouw- werk wel aan een vergunning onderworpen. De vraag kan worden gesteld o 1helllcht van de jurisprudentie van de Hoge Raad (zie o.m. het arrest van de Hoge Raad van 19 maart 1946 inzake het recht van de eigenaar tot afsluiting van zijn erf) het binden van deze afscheidingen aan een vergun- ning toelaatbaar is. Intussen is het van belang, dat de hierbedoelde afschei- dmgen - en m het bijzonder geldt zulks voor de erfafscheidingen van een openbare weg af zichtbaar aan de bouwverordening (zowel uit een oog- punt van welstand als in technisch opzicht) en een eventueel bestemmingsplan voldoen. In verband met het bovenstaande zal het aanbeveling verdienen wel steeds vergunning te verlenen, doch deze gepaard te doen gaan met de nodige controle, opdat geen strijd met de bouwverordening en een eventueel bestemmingsplan zal ontstaan. Lid 2 onder f. Hierbij is gedacht aan duivenhokken, kippenrennen e d die met hoger zijn dan 1,5 m. 34

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 349