Het bouwwerk en zljn omgevlng
een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt
gesteld.
ARTIKEL 34
Wenken voor de toepassing
1. Behandeling van bezwaren tegen onderdelen
Als bij de behandeling van een bouwaanvraag bezwaren rijzen tegen het
uiterlijk van het bouwwerk, zou, indien de bezwaren niet de algemene opzet,
maar bepaalde onderdelen ervan betreffen, met toepassing van artikel 20,
lid, 1, aan de bouwvergunning de voorwaarden kunnen worden verbonden,
dat de gewraakte onderdelen volgens in die voorwaarde opgenomen aan-
wijzingen moeten worden uitgevoerd.
Deze methode verdient echter geen aanbeveling, omdat het gevolg ervan zou
zijn, dat het bouwwerk moet worden uitgevoerd in afwijking van de bij de
vergunning behorende tekeningen. Juister lijkt het in zo'n geval, nadat minne-
lijk overleg heeft gefaald, de vergunning op grond van artikel 21, lid 1, onder
a, te weigeren. De architect kan dan, eventueel nadat de weigering in beroep
is gehandhaafd, zelf met een nieuw plan komen.
2. Toezicht op reclames
Daar het onderhavige artikel eisen stelt aan het uiterlijk van een „bouw-
werk", is het o.a. nodig vast te stellen wanneer een reclame als een bouw-
werk moet worden beschouwd. Hieromtrent diene het volgende.
Omvangrijke stellages e.d., die als draagconstructie van de eigenlijke reclame,
hetzij op de grond, hetzij op een ander bouwwerk worden opgericht, zijn
,,bouwwerken" in de zin van deze verordening (zie begripsomschrijving van
bouwwerk in artikel 1).
De reclame zelf is dat gewoonlijk niet. Voor geschilderde opschriften, aan-
plakbiljetten, vlaggen e.d. behoeft dat geen nader betoog. Letters en figuren
van metaal, glas of ander materiaal voldoen meestal evenmin aan de definitie
van ,,bouwwerk". Ook uithangborden en borden, die tegen muren zijn aan-
gebracht, zijn gewoonlijk niet van zodanige afmetingen, dat ze „constructies
van enige omvang" moeten worden genoemd, de term die in de definitie
van „bouwwerk" voorkomt.
45
