vergunning steeds zou moeten worden geweigerd, indien de weg waaraan zal
worden gebouwd niet aan alle in artikel 290 genoemde eisen voldoet. Het zal
immers veelal van de omstandigheden afhangen of het bebouwen van ter-
reinen vooropgaat aan, dan wel volgt op de voltooiing van de voorzieningen
van openbaar nut ten behoeve van die bebouwing. In bepaalde gevallen moet
het daarom mogelijk zijn tegemoet te komen aan de verlangens van de adspi-
rant-bouwer. Er is met name geen reden hem een vergunning te onthouden,
indien door het aangaan van een exploitatieovereenkomst, ingevolge de
exploitatieverordening ex art. 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of
anderszins, de aanleg van de weg veelal in het kader van een meer om-
vattend plan ter uitvoering van een bestemmingsplan overeenkomstig de
eisen voldoende verzekerd is. (Zie ook de inleiding tot hoofdstuk 4, afdeling A,
onder b, blz. 171).
Lid 4, a, onder 2. Beheer en onderhoud van een weg kunnen mede worden
geacht voldoende verzekerd te zijn, indien beheer en onderhoud berusten
bij een ander publiekrechtelijk lichaam dan die bedoeld in artikel 290, lid 1,
onder b, zoals een industrieschap, dan wel bij een particulier, die zo nodig
een waarborgsom gestort heeft.
Lid 4, b, onder 3. De vrijstelling kan worden verleend zowel voor het
bouwen aan een weg die niet voldoet aan het bepaalde in art. 290 als
voor het bouwen anders dan aan een weg. In beide gevallen komen voor
de vrijstelling in aanmerking voor agrarische gebouwen kan reeds inge-
volge lid 4, b, onder 1, vrijstelling worden verleend vakantie-oorden,
(dienst)-gebouwen bij kunstwerken op terreinen die niet aan een weg gren-
zen, zoals gemalen en materieelbergplaatsen voor sluizen en stuwen. Ook
komt voor de vrijstelling in aanmerking het bouwen op de weg, als bedoeld
in artikel 43.
Bij het verlenen van vrijstelling zal moeten worden voorkomen, zo nodig door
het stellen van voorwaarden, dat de aanwezigheid van het gebouw aanlei-
ding geeft tot misstanden, bijvoorbeeld door gebrekkige afvoer van faecaliën,
onvoldoende drinkwatervoorziening, onvoldoende bereikbaarheid voor de
brandweer.
Bovendien zal er bij het bouwen aan een weg die niet voldoet aan het
bepaalde in art. 290 op moeten worden gelet, dat er een duurzaam recht
bestaat voor de gebruikers van het gebouw om van de weg gebruik te maken.
50