51
Het bouwwerk en zljn omgeving
Indien het bestaan van dat recht niet kan worden aangetoond, ware de
vrijstelling te weigeren.
Lid 4, c. Deze vrijstellingsmogelijkheid heeft een meerledig doel. Zij kan
bijvoorbeeld worden gebruikt in de gevallen, dat de lengte waarover het
terrein aan de weg grenst minder is dan de projectlengte en desondanks
wel een aanvaardbare toestand is te verkrijgen.
Een tweede mogelijkheid is, dat deze lengte wel aanwezig is, doch niet ter
plaatse van de projectie (scheve verkaveling). Zij kan voorts worden gebruikt
om het bouwen op een inpandig terrein of op een handels- en industrie-
terrein mogelijk te doen zijn, zo nodig in samenhang met vrijstelling van de
rooilijnbepalingen (artikel 48).
ARTIKEL 38
Toelichting op het ontstaan
Omtrent uitwegen is niets bepaald. Uitwegen houden nauw verband met de
veiligheid van het verkeer. Voor het uitwegen op gemeentelijke wegen is
echter de toestemming van de gemeente nodig, zodat men privaatrechtelijk
de nodige waarborgen kan scheppen.
Wenst men het uitwegen publiekrechtelijk te regelen dan zou dit beter in
een andere verordening dan de bouwverordening, bijv. in de algemene politie-
verordening of een afzonderlijke verordening, kunnen geschieden.
Wenk voor de toepassing
Lid 2. Voor deze vrijstelling kunnen in aanmerking komen: gebouwen die
door hun bestemming geen verbinding met een weg behoeven te hebben,
zoals bijvoorbeeld aan het water gelegen materieelbergplaatsen voor water-
staatswerken of gebouwen die bijvoorbeeld alleen krachtens servituut over
een ander terrein verbinding met een weg hebben.
Paragraaf 4: Rooilijnen
Inleiding
Uit de bepalingen van de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening