opening in de zijgevel van het gebouw, voor onderhoud bereikbaar is. Ook
kan zij worden gegeven, indien men boven een hoogte van bijv. 2,2 m boven
het maaiveld de gebouwen wel aaneen wil laten sluiten.
Paragraaf 6: Hoogte van bouwwerken
Inleiding
ln uitbreidingsplannen, alsmede in komvoorschriften zijn tot dusver vrijwel
steeds bepalingen met betrekking tot de hoogte van bouwwerken opgenomen.
Men moet aannemen, dat de bestemmingsplannen, welke in de plaats van de
vorengenoemde regelingen zullen treden, ook zodanige bepalingen zullen be-
vatten. De hoogtebepalingen in de bouwverordening, welke, blijkens de
Memorie van Antwoord op het Voorlopig Verslag omtrent het ontwerp voor
de nieuwe Woningwet (blz. 7), in deze verordening kunnen worden opge-
nomen (hoewel de nieuwe Woningwet niet meer, zoals de oude, het opnemen
van hoogtebepalingen in de bouwverordening voorschrijft) zullen dus slechts
toepassing vinden in die delen der gemeente, waarvoor geen (of nog geen)
bestemmingsplan is vastgesteld.
Volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet de Raad, behoudens vrij-
stelling, een bestemmingsplan vaststellen voor het gebied der gemeente, dat
niet tot een bebouwde kom behoort, en mag hij het ook doen voor de
bebouwde kommen. Het is te verwacFiten, dat de grote hoeveelheid arbeid
en de bijzondere moeilijkheden, gepaard gaande met de vaststelling van be-
stemmingsplannen voor bebouwde kommen, een beletsel zullen vormen voor
de spoedige totstandkoming ervan, zodat het maken van bepalingen inzake
de bouwhoogte in de bouwverordening niet achterwege kan blijven. Daar de
bebouwde kommen, vooral in gemeenten met een oude stadskern, een sterk
plaatseiijk karakter hebben, welk karakter ten nauwste samenhangt met de
verhouding tussen bouwhoogte en straatbreedte, zowel als met de absolute
maximum-bouwhoogte, kan een modelverordening terzake geen concrete
maten geven. Zij kan slechts een algemene formulering bevatten, die door
elke gemeente naar behoefte moet worden uitgewerkt.
De toelaatbare hoogte kan zowel een vaste maat zijn als een variabele maat,
welke bijvoorbeeld afhangt van de afstand tussen de voor- en/of achter-
64