Inrichting van gebouwen
L/d 2, onder a. Hier is gedacht aan appartementen van woongebouwen met
bijzondere bestemming, zoals bejaardentehuizen en tehuizen voor alleen-
staanden. Deze appartementen zijn in vele variaties denkbaar, al naar gelang
van de omvang van de centrale voorzieningen in het gebouw (keukens,
toiletten, badruimten enz.). De vrijstelling kan derhalve zo ver gaan, dat het
voor zelfstandige bewoning bestemde appartement alleen uit een kamer
bestaat. Voorwaarde is echter, dat een aanvaardbaar geheel ontstaat en
voldoende waarborgen voor een niet van de bestemming afwijkend gebruik
aanwezig zijn. Deze waarborgen kunnen o.a. daarin bestaan, dat het
bijzondere woongebouw in beheer is bij een vereniging of stichting, die
(mede) werkzaam is op het gebied van de huisvesting van de genoemde
categorieën personen. Zie voorts ook artikel 354.
L/d 2, onder cl. Hier zijn zowel zelfstandige woningen voor bejaarde echtparen
als voor alleenstaanden bedoeld. Wat deze woningen betreft zijn in de vol-
gende paragrafen van deze afdeling verdere vrijstellingsmogelijkheden opge-
nomen t.a.v. de afmetingen der kamers, keukens en overige ruimten. Wat
betreft de waarborgen voor een niet van de bestemming afwijkend gebruik,
geldt hetzelfde als hiervoor onder lid 2, onder a, is gesteld.
ARTIKEL 63
Wenken voor de toepassing
Lid J. De in dit artikel bedoelde bergplaats kan bijv. bestaan uit een schuurtje
of uit een bergplaats in het onderhuis van een flatgebouw. De in het eerste
lid genoemde maten komen overeen met de in de Voorschriften en Wenken
voor met rijkssteun te bouwen woningen genoemde minima. De bergplaats
kan goed bereikbaar worden geacht voor rijwielen en kinderwagens, indien de
lift doorloopt tot de bouwlaag waarin de bergplaatsen zijn gelegen of de toe-
gang tot de bergplaats(en) bestaat uit een hellingbaan of uit een trap, waar-
langs rijwielen en kinderwagens zonder bezwaar kunnen worden verplaatst.
ARTIKEL 65
Wenken voor de toepassing
Voorbeelden van open ruimten zijn loggia's en (dak)terrassen. De inrichting
der op grond van dit artikel geëiste trappen is nader geregeld in par. 2 van
deze afdeling en de constructie van de trappen nader in par. 7 van afdeling C
van ditzelfde hoofdstuk.
77