Inrlchting van gebouwen
Lid 3. Voor o.a. de bekende categorieën van woningen met bijzondere bestem-
ming (zie de wenk voor de toepassing bij artikel 62) kan zo nodig vrijstelling
worden verleend voor het maken van kleinere balkons of voor het weglaten
der balkons. Dit zal geheel afhankelijk zijn van andere voorzieningen, die
zijn getroffen om buiten te kunnen zitten en van de aanwezigheid van een
andere geschikte opstelplaats voor een vuilnisemmer.
ARTIKEL 79
Toelichting op het ontstaan
Lid 1. Hoewel in de inleiding tot deze afdeling is gesteld, dat bepalingen,
die verband houden met de inrichting van niet tot bewoning bestemde gebou-
wen niet tot het bestek van een bouwverordening behoren, werd het toch nut-
tig geoordeeld om met betrekking tot de hoogte van voor het verblijf van
mensen bestemde ruimten, andere dan ruimten in woningen, een algemeen
minimum voor te schrijven. Dit kan vooral voor logeergebouwen betekenis
hebben.
Wenk voor de toepassing
Lid 1. Deze bepaling kan geen toepassing vinden in de gevallen, dat algemene
maatregelen van bestuur, zoals het Bouwbesluit voor scholen, andere
minimum-eisen stellen. De bepaling is bedoeld aanvullend te werken in de
gevallen, dat andere voorschriften ontbreken.
Lid 2. Dit lid opent de mogelijkheid eisen te stellen ten aanzien van de
afmetingen (horizontaal en verticaal) en de ligging van de genoemde ruimten.
De veiligheid en gezondheid, waarvan sprake is, zullen meestal die van de
gebruikers van het gebouw zelf betreffen; de voorkoming van hinder meestal
de omgeving. Uiteraard zullen eisen ter voorkoming van hinder slechts kun-
nen worden gesteld in gevallen, waarin de Hinderwet niet van toepassing is.
(Deze eisen kunnen hier alleen de afmetingen en de ligging betreffen, bijv. de
ligging van een ruimte, waarin veel lawaai kan worden verwacht). Behalve
voor niet tot bewoning bestemde gebouwen geldt de bepaling ook voor tot
bewoning bestemde gebouwen, andere dan woningen, bijv. een bejaarden-
tehuis. Hier kan het bijvoorbeeld nodig zijn nadere eisen te stellen t.a.v. de
ligging van bepaalde ruimten i.v.m. de toetreding van zon.
83