Inrichting van gebouwen
ARTIKEL 91
Toelichting op het ontstaan
Lid 1. De onder b genoemde maten van 17 en 18 cm zijn ontleend aan
NEN 3266. (Houten trappen in woningenj. De maat van 20 cm is ontleend
aan het Besluit Uniforme Bouwvoorschriften. In dit besluit is deze maat
genoemd voor de aantrede van traparmen voor gemeenschappelijk gebruik en
bestaande uit ten hoogste 10 treden. In het onderhavige lid is de maat opge-
nomen voor aile trappen, die niet binnen een woning zijn gelegen.
Wenken voor de toepassing
Lid 1. Van de in NEN 3266 beschreven houten trappen zijn de treden niet
verdreven. Voor deze trappen is het noodzakelijk, dat de aantrede in de niet
rechte delen van de trap iets groter is dan in de rechte delen. Onder rechte
trappen kunnen rechte scheluwe trappen mede worden begrepen.
Lid 2. Hier zijn o.m. vaste kelder- en zoldertrappen bedoeld.
Lid 4. NEN 3266 schrijft voor houten trappen binnen woningen een wel van
5 cm voor. Het voorschrift van het onderhavige lid sluit het maken van een
wel van deze grootte niet uit.
ARTIKEL 92
Toelichting op het ontstaan
In gemeenten, waar artikel 35 in de verordening is opgenomen en ook in het
gebied van een bestemmingsplan geen meergezinshuizen kunnen worden ge-
bouwd, kan het bepaalde in lid 1, onder d, worden weggelaten. Het bepaalde
in lid 1, onder c, moet dan luiden:
„c. indien de trap toegang geeft tot een woning: 80 cm.".
Ook lid 4 kan dan vervallen.
Wenk voor de toepassing
Lid 4. Deze vrijstelling beoogt enige ruimtebesparing te geven in de gevallen,
dat bij de bouw met 4 woonlagen onverplicht een lift wordt gemaakt. Deze
ruimtebesparing is dan vooral van belang voor de bouw van het zgn. ,,trappe-
huis-type".
87
