94
Lid 2. Ingevolge het bepaalde in dit lid is het mogeiijk dat de onderdorpel
theoretisch zo ver naar boven schuift, dat het raam niet voor de lichttoetre-
ding kan worden meegerekend.
Lid 5. Andere belemmerende elementen kunnen o.m. worden gevormd door
zijwaarts gelegen bebouwing of bij de bouw reeds aanwezige begroeiing.
Lid 6, onder a 1. Voor de keukens en eventuele bijkeukens kan in de hier-
genoemde gevallen dus vrijstelling worden verleend van de eis tot toetreding
van daglicht en is het bijv. mogelijk om „kitchenettes" te maken aan een bin-
nengang. Uiteraard zal in deze gevallen bijzondere zorg aan de aan- en afvoer
van lucht moeten worden besteed. Ook voor de centrale keukens in bijzon-
dere woongebouwen kan zo nodig vrijstelling worden verleend.
Lid 6, onder a 3. Op grond van deze vrijstellingsmogelijkheid kan gelegen-
heid worden geboden de bepaling van de raamoppervlakte te baseren op de
hemelfactor, overeenkomstig de in Norm V 1069 geformuleerde eisen. Dit
is de in wetenschappelijk opzicht meest gefundeerde, doch tevens de moei-
lijkst hanteerbare methode.
Lid 6, onder c. Gekleurd glas of matglas laat slechts een gering deel van
het daglicht door. Om te bepalen welke oppervlakte nodig is om te voldoen
aan de eisen, gesteld in lid 1, dient de verhouding van de doorlatendheid
van gekleurd glas of bewerkt glas tot die van blank glas te worden bepaald.
Dit kan op eenvoudige wijze geschieden met behulp van een belichtings-
meter, zoals die in de fotografie wordt gebruikt.
ARTIKEL 106
Wenken voor de toepassing
Lid 1, onder b. Het grensvlak tussen een kamer of een keuken en een uit-
bouw kan slechts open zijn, indien de uitbouw is voorzien van een afdekking,
die voor wat de warmte-isolatie betreft voldoet aan de eisen van artikel 188.
Een dergelijke afdekking zal veelal niet lichtdoorlatend zijn, zodat in die ge-
vallen voor de lichttoetreding lid 3 van toepassing is.
Lid 2. Voor een uitbouw met een lichtdoorlatende afdekking is vrijstelling
nodig van de eisen voor de warmte-isolatie van artikel 188, lid 1. Deze vrij-
stelling kan op grond van lid 3 van artikel 188 worden verleend, indien de
uitbouw van een met glas bezette afscheiding van de kamer of de keuken
is voorzien.