ARTIKEL 42 Vrijstelling voor overschrijding van de voorgevelrooiiijn
Vrijstelling kan worden verleend van het verbod tot bouwen met overschrijding
van de voorgevelrooilijn met betrekking tot:
a. overbouwingen ten dienste van de verbinding van twee bouwwerken, mits
de werken, wat de hoogte boven de weg betreft, voldoen aan het bepaalde
onder e, sub 1 en 2, van dit artikel;
b. toegangen van bouwwerken, die de grens van de weg niet overschrijden;
c. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen, die de grens van
de weg overschrijden;
d. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen
en schoorstenen, die de voorgevelrooilijn met meer dan 12 cm overschrijden,
dan wel die de grens van de weg overschrijden;
e. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, welke de voorgevelrooilijn
met meer dan 50 cm overschrijden, mits zij niet lager zijn aangebracht dan:
1. 4,2 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 m langs j
een rijweg;
2. 2,2 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt van
de onder 1 genoemde strook;
f. erkers, balkons en galerijen, mits zij de voorgevelrooilijn met niet meer
dan 1,5 m overschrijden en mits zij bij overschrijding van de weggrens, wat
de hoogte boven de weg betreft, voldoen aan het bepaalde onder e, sub 1 en
2, van dit artikel; 2
g. luifels, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame, mits zij bij
overschrijding van de weggrens, wat de hoogte boven de weg betreft, voldoen
aan het bepaalde onder e, sub 1 en 2, van dit artikel;
h. hijsinrichtingen, niet vallende onder g van artikel 41, laadbruggen, stort- 3
goten, stort- en zuigbuizen, welke in enige stand de voorgevelrooilijn over-
schrijden, mits zij niet lager zijn geplaatst dan 4,2 m boven de hoogte van de
weg;
j. kelderingangen en kelderkoekoeken;
k. bouwwerken, waarvan de bovenzijde niet hoger is gelegen dan:
1de hoogte van de weg, voor zover de werken in de weg zijn gelegen;
2. de terreinhoogte bij voltooiing van de bouw, voor zover de werken niet in
de weg zijn gelegen;
I. inrichtingen en leidingen voor de watervoorziening.
30