ARTIKEL 147
Toelichting op het ontstaan
Lid 1. Voor hetgeen voor de toepassing van dit lid onder de term ,,eerstvol-
gende jaren kan worden verstaan zie men de wenk voor de toepassing bij
de leden 1 en 2 van artikel 137.
Het aanwezig zijn van een elektriciteitsinstallatie is niet alleen een zaak van
gerief, doch ook van veiligheid en is daarom voor alle tot bewoning bestemde
gebouwen voorgeschreven.
ARTIKEL 148
Wenk voor de toepassing
Lid onder d. Een wandcontactdoos wordt als meervoudig beschouwd, indien
daarin gelijktijdig ten minste twee contactstoppen kunnen worden gestoken.
In de plaats van één meervoudige wandcontactdoos mogen ook twee of
meer enkelvoudige wandcontactdozen zijn aangebracht.
Voor de randaarding van wandcontactdozen zij verwezen naar artikel 301 van
NEN 1010 (Veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties). Het ge-
noemde artikel houdt onder meer in dat de wandcontactdozen in kamers
(woonkeukens uitgezonderd) en daarmee gelijk te stellen droge ruimten in
een woning niet van een randaarding behoeven te zijn voorzien. In keukens,
bijkeukens en schuren (bergruimten) daarentegen wel. In het algemeen is dus
randaarding voorgeschreven in ruimten waar koelkasten, wasmachines, af-
wasmachines e.d. zullen worden geplaatst.
ARTIKEL 149
Wenken voor de toepassing
Lid 1. Een installatie kan geacht worden doeltreffend en veilig te zijn, indien
zij voldoet aan de voorschriften van NEN 1010 (Veiligheidsvoorschriften voor
laagspanningsinstallaties). Het toezicht op de naleving van deze installatie-
voorschriften geschiedt door het energiebedrijf, dat ter plaatse elektriciteit
levert.
Lid 3. Ingevolge artikel 381 moet de doorvoerbuis zodanig in het muurwerk
zijn opgesloten, dat eventueel lekgas uit buizen wordt belemmerd het gebouw
106