Constructie van bouwwerken
Paragraaf 1: Algemene eisen
ARTIKEL 152
Toelichting op het ontstaan
Artikel 3, lid 2, van de (nieuwe) Woningwet legt de gemeentebesturen de
verplichting op om voor alle gebouwen, ongeacht hun bestemming, ten aan-
zien van de constructie in de bouwverordening bepalingen op te nemen met
betrekking tot
de hechtheid
de brandveiligheid
de afvoer van water en vuil en
de wering van ratten en muizen.
Voor „tot bewoning bestemde" gebouwen of gedeelten van zodanige gebou-
wen moeten ten aanzien van de constructie bovendien nog eisen gesteld
worden met betrekking tot andere hoedanigheden van het gebouw.
Dit artikel legt in het algemeen de functionele eisen vast waaraan moet
worden voldaan. In de volgende artikelen wordt nader op deze eisen ingegaan
en worden, waar dit nodig is, voor traditionele constructies en materialen
concrete eisen gesteld.
Wenken voor de toepassing
Dit artikel geeft door zijn algemene bewoordingen als het ware tevens een
„aanvullende bevoegdheid" op alle overige bepalingen van deze afdeling.
Men mag er namelijk niet van uitgaan, dat die bepalingen in alle gevallen,
die zich in de praktijk voordoen, voorzien. Het zal soms nodig zijn onder
verwijzing naar het onderhavige artikel een eis te stellen, die in het desbetref-
fende deel van deze afdeling en afdeling D niet voorkomt of daaruit niet is
af te leiden.
Lid 3. Betreffende het hier behandelde onderwerp zij verwezen naar de
algemene inleiding tot dit model.
Daar het veelal voor burgemeester en wethouders moeilijk zal zijn te beoor-
delen of een instantie of persoon in verband met de over te leggen verklaring
als deskundige kan worden aanvaard, ligt het in de bedoeling van de Ver-
eniging van Nederlandse Gemeenten om zo mogelijk adviezen te geven om-
111