trent instanties en personen, deskundig zowel op ondersoheidene vakgebie-
den als ter zake van het formuleren van kwaliteitsoordelen.
ARTIKEL 153
Toelichting op het ontstaan
Leden 1 en 2. In dit artikel, dat een functionele eis omtrent sterkte, stijfheid
en stabiliteit vooropstelt, zijn in lid 2 de eerste twee leden van artikel 2 van
het Besluit Uniforme Bouwvoorschriften verwerkt. In overeenstemming daar-
mede zijn in lid 2 enkele voor bouwwerken van primair belang zijnde normen
en daarmede vergelijkbare voorschriften genoemd. Door normen op deze
wijze te noemen kunnen de bezwaren, die aan ,,een verbindendverklaring
zonder meer" kleven, voor een goed deel worden ondervangen, terwijl de
bedoeling, die de wetgever met het genoemde artikel van het Besluit Uniforme
Bouwvoorschriften heeft gehad, toch tot zijn recht komt.
Lid 3. In verband met de artikelen 10 en 11 van het Besluit Uniforme Bouw-
voorschriften (in de artikelen 171 t/m 173 van deze afdeling verwerkt) is het
nodig voor gemetselde wanden van baksteen of kalkzandsteen van tot bewo-
ning bestemde gebouwen deze bepaling op te nemen, die dus voor die wan-
den in de plaats treedt van de bepalingen van lid 2. Tegelijkertijd is hiermede
voor de lage en middelhoge woningbouw een eenvoudige toepassing van
deze bouwverordening mogelijk voor wat betreft de constructieve eisen voor
wanden in traditionele uitvoering.
Wenken voor de toepassing
Lid 2. De in de aanhef van dit lid gebruikte woorden ,,in de regel" wijzen
er op, dat met name de onder de letters a t/m d genoemde Normen niet
in alle voorkomende constructiegevallen voorzien, terwijl daarnaast in enkele
zeer eenvoudige gevallen de eisen hier en daar wat te zwaar zullen zijn.
Bovendien zijn de onder c en d genoemde voorschriften enigszins verouderd
en gelden ten aanzien van bepaalde punten daarin gewijzigde inzichten.
Enkele voorbeelden van punten, waarop afwijkende inzichten gelden, mogen
het voorgaande toelichten:
a. Technische Grondslagen voor Bouwvoorschriften (T.G.B. 1955).
1. in artikel 6 (dakbelasting) is voor platte of flauwhellende daken geen
112
