r* kingen aangevuld met plaatselijke ervaring. Het artikel geeft aan, dat de kostbare proefbelastingen slechts behoren te worden geëist in uitzonderlijke gevallen, waarin eenvoudige methoden moeilijk verklaarbare of tegenstrijdige resultaten opleveren. ARTIKEL 162 Wenken voor de toepassing Lid 1. De minimum-dikte van de bodemafsluiting zal moeten variëren naar gelang van de gesteldheid van de bodem onder de afsluiting, de aard van het gebruikte materiaal en de ventilatiemogelijkheid van de ruimte boven de afsluiting, zodat deze dikte niet concreet in de verordening kan worden voor- geschreven. De omstandigheden zullen zodanig moeten zijn, dat een blijven- de samenhang van de bodemafsluiting is verzekerd, ook nadat de grond onder de afsluiting eventueel zal zijn ingeklonken. Constructies uit steen- achtige materialen, mits vrij van organische stoffen (stoffen, die kunnen rotten), zijn voor de bodemafsluiting toegelaten. Bij zeer droge en vaste ondergrond zal zelfs de eis van een gestorte of gemetselde bodemafsluiting niet behoeven te worden gesteld. Hier zal soms met in zand gestrate tegels of stenen kunnen worden volstaan. Voor de ventilatie van ruimten onder houten vloeren zij verwezen naar artikel 183. Lid 4, onder b. In bepaalde omstandigheden zal een bodemafsluiting kunnen worden gemist, bijvoorbeeld in industriehallen. Lid 4, onder c. Hier is in de eerste plaats gedacht aan gebouwen, die boven de hoogte van de weg op kolommen of poeren zijn gebouwd. Paragraaf 3: Wanden en kolommen Inleiding Ingevolge artikel 2 worden in deze verordening deuren, luiken en ramen geacht geen deel uit te maken van de wand, de vloer of het dak waarin ze aanwezig zijn. Glasvlakken, voor zover niet aanwezig in deuren of ramen of niet in de plaats tredend van deuren of ramen, maken dus wel deel van de wand, de vloer of het dak uit. In normale gevallen zullen aan deuren en ramen geen eisen van Constructie van bouwwerken 117

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 432