De afstand tot een ander gebouw moet ook variëren met de aard van de dak-
bedekking van het te bouwen en van het bestaande gebouw. Hebben beide
gebouwen een onbrandbare en tot zekere hoogte ook brandwerende dakbe-
dekking, dan kan in de meeste gevallen met een afstand van 15 m worden
volstaan. Heeft één van beide gebouwen een dakbedekking die gevoelig is
voor vliegvuur dan moet de afstand al direct groter worden en moet deze op
ten minste 30 m worden gesteld. (Zie overigens de richtlijnen voor de brand-
beveiliging van gebouwen van het Nederlands Normalisatie-instituut). In de
regel komen vrijstaande loodsen en schuren voor de vrijstelling in aanmerking.
Lid 4 onder e. Zie de wenk voor de toepassing bij lid 7 van artikel 163.
ARTIKEL 165
Wenken voor de toepassing
Aigemeen. In NEN 1068 (Thermische eigenschappen van woningen) en NEN
1070 (Geluidwering in woningen) zijn voorbeelden gegeven van constructies,
die voldoen aan eisen, zoals gesteld in de tabellen 1 en 2.
Lid 1. Ramen en deuren vallen ingevolge het bepaalde in artikel 2 niet
onder de voorschriften voor wanden (en vloeren en daken). Men zie voor
ramen en deuren paragraaf 6 van deze afdeling. Voor zover de wand uit een
glasvlak bestaat, zullen de eisen van lid 1 dus wel gelden, behalve indien
het glasvlak als raam kan worden aangemerkt. (Zie artikel 104, lid 2).
Lid 3, onder b. In tabel 1 is steeds sprake van woning-scheidende wanden,
zodat de wanden welke bijvoorbeeld in een bejaardentehuis de onderscheiden
woonappartementen scheiden, voor zover deze geen volledige woningen zijn
in de zin van artikel 62, lid 1, niet daaronder vallen. In die gevallen zullen
echter ook de eisen van tabel 1 voor woning-scheidende wanden moeten
worden gesteld. De onderhavige bepaling maakt zulks mogelijk.
Lid 3, onder c. Richtlijnen voor de beperking van flankerende geluidoverdracht
treft men aan in bijlage 3, onder punt 5, van NEN 1070, uitgave 1962.
Lid 3, onder d. Voor wanden van tot bewoning bestemde gebouwen in met-
selwerk van baksteen of kalkzandsteen geldt het bepaalde in artikel 171,
lid 6.
120
