y
Constructie van bouwwerken
ARTIKEL 166
Wenk voor de toepassing
De eisen, die betrekking hebben op de gebruikswaarde van een gebouw,
zoals de in dit artikel gestelde technisch-fysische eisen, zijn in deze ver-
ordening in beginsel alleen gesteld voor tot bewoning bestemde gebouwen.
Er is echter een groep niet voor bewoning, doch wel voor het verblijf van
mensen bestemde gebouwen, waarvoor het stellen van dezelfde eisen onder
bepaalde omstandigheden gewenst kan zijn. Hierbij wordt in de eerste plaats
aan scholen en logeergebouwen gedacht. Het onderhavige artikel maakt het
stellen van nadere eisen voor die gebouwen mogelijk. De mogelijkheid tot
het stellen van nadere eisen ten aanzien van de geluidisolatie betreft het
gehele terrein van die isolatie, dus ook de flankerende geluidoverdracht. Zie
hiervoor NEN 1070, uitgave 1962, bijlage 3, onder 5.
ARTIKEL 167
Wenk voor de toepassing
Voor de hoedanigheid van fundamentmuren en fundamenten van kolommen
van metselwerk in baksteen of kalkzandsteen zij verder verwezen naar
artikel 173.
ARTIKEL 168
Wenken voor de toepassing
Blijkens de definitie van keldermuur is de buitenwand van een souterrain
mede een keldermuur. Voorts wordt blijkens de definitie van fundamentmuur
alleen dat deel van buitenwanden van kelders of souterrains als ,,ke!der-
muur" beschouwd, dat beneden de waterdichte laag of het trasraam, als
bedoeld in artikel 169, voorkomt. Voor kelder- en souterrainmuren, die aan
open (oppervlakte) water grenzen, zij opgemerkt dat daarvoor de eisen als
vorenbedoeld onverkort gelden. (Waterdicht tot trasraam).
Binnenwanden van kelders worden blijkens de begripsomschrijving niet als
keldermuren aangemerkt. Indien ze op de keldervloer staan, behoeven der-
gelijke wanden geen bijzondere eigenschappen van vochtwerendheid te bezit-
ten. Voor de hoedanigheid van de materialen van keldermuren van baksteen
of kalkzandsteen zij verwezen naar artikel 173.
121