tot bewoning bestemde gebouwen en voor spouwmuren van ander metselwerk
gelden eveneens de eisen van paragraaf 1 van dit hoofdstuk en van de
artikelen 163 t/m 165 van deze paragraaf en de daarbij behorende tabellen.
Lid 4. Dit voorschrift bedoelt te bereiken, dat een spouw met een zo glad
en dicht mogelijk oppervlak ontstaat.
Lid 6. Indien vrijstelling van een grotere totale hoogte van spouwmuren dan
genoemd in lid 1, onder e, wordt verleend, kunnen aan deze vrijstelling voor-
waarden worden verbonden met betrekking tot de stijfheid en de stabiliteit
van de wand.
ARTIKEL 173
Wenken voor de toepassing
Lid 1. Waar in dit artikel sprake is van ,,geen mindere hoedanigheid" moet
worden bedacht, dat dit niet steeds en uitsluitend betrekking behoeft te heb-
ben op de druksterkte of de waterdichtheid. Voor niet-balkdragende of niet-
balksteunende binnenmuren bijvoorbeeld kan baksteen van de kwaliteit hard-
grauw soms van mindere hoedanigheid geacht worden dan rood, omdat zowel
het warmte-isolerend vermogen als het vochtabsorberend vermogen van
hardgrauw minder is dan van rood, terwijl voor dit soort muren de grotere
druksterkte van hardgrauw in het algemeen niet van belang is. Ook een mortel
met een hoger percentage bindmiddel is niet altijd een mortel van een
„betere" hoedanigheid.
Lid 4, onder a. Deze vrijstellingsmogelijkheid is opgenomen in verband met
het gebruik van ,,agents" bij de bereiding van mortels. Er zij op gewezen
dat het toevoegen van stoffen die de verwerkbaarheid vergroten of de ver-
harding bevorderen op verantwoorde wijze moet plaatsvinden.
Lid 4, onder b. Deze vrijstellingsmogelijkheid houdt verband met het bepaalde
in artikel 13, lid 2, van het Besluit Uniforme Bouwvoorschriften.
ARTIKEL 174
Wenken voor de toepassing
Leden 2 en 4. Met het oog op corrosie behoren ankers, indien ze van staal
zijn, gewoonlijk een doorsnede van 3,2 cm2 (1" x y2") te hebben.
Lid 6. Diverse metalen, zoals koper, messing, brons en roestvrij staal, voldoen
aan deze omschrijving.
124