voorbeeld een woongebouw met in de onderste bouwlaag winkels of garages. Bij het stellen van deze nadere eisen moet bedacht worden, dat op grond van de Hinderwet in vele gevallen deze en zelfs verdergaande eisen ook kunnen worden gesteld. Het kan zijn nut hebben om reeds bij de beoordeling van de bouwaanvrage rekening te houden met de klaarblijkelijke bestemming van sommige ruimten, ook als er nog geen Hinderwetvergunning voor het gebruik van die ruimten voor die bestemming aangevraagd is. Het zoveel mogelijk gelijktijdig behandelen van de bouw- en hinderwetaanvrage ver- dient aanbeveling, omdat daardoor tegenstrijdige of onvolledige eisen, krach- tens een van beide regelingen gesteld, kunnen worden vermeden. Ook andere wetten, zoals de Drankwet en de Warenwet, kunnen bijzondere eisen mee- brengen. Bovendien bevat het Besluit schuilplaatsen bij bouw van woningen de eis, dat voor gebouwen, waarin zich twee of meer woningen bevinden en waarin de vloer van ten minste één der hoofdwoonkamers meer dan 5 m boven het bij de hoofdtoegang aansluitend terrein gelegen is, de draag- vloeren van steenachtig materiaal moeten zijn. Lid 4, onder b. Voor de vloeren die de scheiding vormen tussen de afzonder- lijke appartementen in een pension (bejaardentehuis bijvoorbeeld) moeten de eisen voor woningscheidende vloeren gelden. Voor zover dit niet reeds uit de normale eisen volgt, kunnen met behulp van deze bepaling nadere eisen wor- den gesteld. Lid 4, onder d. Onder weerstand tegen mechanische beschadiging wordt ver- staan, dat het materiaal zo hard of veerkrachtig is, dat het niet door stoten met harde voorwerpen zodanig kan worden beschadigd, dat de brandwerend- heid of gasdichtheid vermindert of geheel verloren gaat. ARTIKEL 177 Wenk voor de toepassing Algemeen: In de Richtlijnen voor de brandbeveiliging van gebouwen, uitge- geven door het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN 3081, logiesgebouwen en NEN 3122, garages en herstelinrichtingen voor motorrijtuigen) zijn voor- beelden gegeven van constructies, die voldoen aan eisen, zoals gesteld in tabel 8. Lid 3, onder a. Nadere eisen inzake de onbrandbaarheid en brandwerendheid kunnen nodig zijn voor vloeren van niet tot bewoning bestemde gebouwen, 126

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 441