van ruimten met abnormaal brandgevaar of hoge vuurbelasting (bijv. garages
of textielwinkels), indien in dezelfde gevel op hoger niveau ramen voorkomen
van voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen, vooral indien in die
gebouwen mindervalide personen gehuisvest zijn.
ARTIKEL 200
Wenken voor de toepassing
Dit artikel is een aanvulling van de algemene constructie-eisen van de arti-
kelen 152 t/m 156, voor zoveel het tot bewoning bestemde gebouwen betreft.
Ad a. Richtlijnen voor de berekening van de thermische eigenschappen van
ramen en deuren vindt men in NEN 1068, uitgave 1964 (Thermische eigen-
schappen van woningen) op de bladzijden 11 en 12.
Ad b. Ook indien niet meer glasoppervlakte aanwezig is dan in verband met
de Üchttoetreding vereist is, kan het nodig zijn nadere eisen aan het warmte-
isolerend vermogen te stellen, bijvoorbeeld bij hoge en bij onbeschut liggende
gebouwen.
ARTIKEL 201
Wenken voor de toepassing
Lid 1. De bepaling heeft o.a. betrekking op bovenlichten boven toegangs-
deuren tussen woningen en gemeenschappelijke gangen en trappehuizen.
Lid 2, onder a. Het bepaalde heeft betrekking op alle soorten gebou-
wen. Bijzondere bescherming tegen brandgevaar kan nodig zijn voor gebou-
wen waarin veel personen of mindervalide personen plegen te verblijven,
zoals theaters, ziekenhuizen of bejaardentehuizen of voor gebouwen waarin'
brandgevaarlijke werkzaamheden plegen te worden verricht of een hoge
vuurbelasting aanwezig is.
Lid 2, onder b. Indien in gangen of trappehuizen, die toegang geven tot meer
dan een woning, geen maatregelen zijn genomen die de nagalmtijd in die
ruimten beperken tot minder dan 1 /2 seconde, verdient het aanbeveling
nadere eisen te stellen aan de in die ruimten voorkomende deuren en ramen
(bovenlichtenj van woningen voor wat betreft de geluidisolatie.
132