Constructle van bouwwerken Lid 4, onder b. De hierbedoelde waarborgen zullen bijvoorbeeld geacht kun- nen worden te bestaan, indien het gaat om bij elkaar behorende gebouwen op één terrein, zoals paviljoens van ziekeninrichtingen, of gebouwen die deel uitmaken van een fabriekscomplex, of indien het gaat om woningen in beheer bij een overheidslichaam of bij een stichting of een woningbouwvereniging die in de statuten een bepaling heeft, die het geheel of partieel verkopen van het woningbezit verbiedt. Voor een rij (eengezins)huizen die aan een particu- lier toebehoren, behoort de vrijstelling niet te worden verleend, omdat de ver- eiste waarborgen voor blijvend gemeenschappelijk beheer hier niet aanwezig zijn. ARTIKEL 239 Toelichting op het ontstaan In gemeenten, waar men om welke reden dan ook geen vuilvernietigers in afvoerleidingen kan toelaten, zal in dit artikel na lid 1 een bepaling moeten worden opgenomen, waarin het toepassen van vuilvernietigers wordt ver- boden. ARTIKEL 240 Toelichting op het ontstaan Voor gemeenten, waarin in het geheel geen openbare riolering aanwezig is, dient het artikel niet te worden opgenomen. Het nummer van het artikel ware dan ongebruikt te laten. Lid 2. Dit lid zal in sommige gemeenten, waar de lozing van drekstoffen op het openbare riool, bijvoorbeeld in verband met het ontbreken van een zui- veringsinrichting, niet zou kunnen worden toegelaten, niet kunnen worden overgenomen. Voor die gemeenten wordt de volgende redactie voor lid 2 aangeraden: „2. De in het eerste lid bedoelde aansluiting vindt, voor wat betreft de lozing van drekstoffen, plaats door tussenschakeling van een rottingsput". In dit geval zal het derde lid moeten worden uitgebreid met de bevoegd- heid voor burgemeester en wethouders om de plaats en de hoogteligging van de rottingsput aan te geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 458