Wenken voor de toepassing
Lid 2. In gemeenten, waar het rioolvocht naar een rioolwaterzuiveringsinrich-
ting wordt gevoerd, dient erop te worden toegezien, dat in de aangesloten
huisafvoerleidingen geen beerputten, rottingsputten e.d. voorkomen, omdat
de afgevoerde stoffen in zo vers mogelijke toestand bij de zuiveringsinrichting
moeten aankomen met het oog op een goede werking van deze inrichting.
Lid 4, onder a. Indien afscheiding, verdunning, vöörzuivering, koeling of
dergelijke niet tot het gewenste resultaat kunnen leiden of de af te voeren
hoeveelheden zo groot zijn dat verstoring van de normale werking van het
riool of de zuiveringsinrichting is te verwachten, kan worden geëist dat op
andere wijze wordt geloosd dan naar het openbare riool. In vele van der-
ge'ijke gevallen voorziet de Hinderwet mede in de mogelijkheid tot het stellen
van eisen. In dit verband wordt tevens verwezen naar de bepalingen van
artikel 241, lid 1, onder c en lid 2.
Lid 4, onder b. In gemeenten met een zgn. gescheiden rioolstelsel dienen
de afvoerleidingen voor hemelwater op een afzonderlijk riool te worden aan-
gesloten. Het is echter ook denkbaar dat geëist wordt, dat het hemelwater
van grote gebouwen of terreinen niet op het openbare riool wordt gebracht,
indien op een eenvoudige wijze een andere mogelijkheid van lozing van dit
water kan worden verkregen.
Lid 4, onder c. Voor gebouwen met souterrains of kelders, waarin lozings-
toestellen voorkomen, zal de eis dienen te worden gesteld, dat het riool-
vocht door middel van een rioolwaterpomp op het riool wordt gebracht. In
sommige gevallen dienen dan tevens de nodige voorzieningen tegen het terug-
v'oeien van rioolvocht te worden getroffen, waarbij zij opgemerkt, dat een
terugslagklep in dit opzicht veelal een onvoldoende voorziening vormt (aan-
groeiing).
Lid 5, onder c. Indien bij een agrarisch bedrijf, waar men de afvalstoffen
voor bedrijfsdoeleinden kan aanwenden, een voldoend ruime gier- of beer-
Put wordt gemaakt, kan vrijstelling van de verplichting tot aansluiting aan het
openbare riool worden verleend.
144