hoogte of i.v.m. het ontbreken van voldoende ruimte voor een inrit naar een in of onder het gebouw geiegen stallingsgelegenheid, het ontbreken van open grond of te geringe oppervlakte van het gebouw. In die gevallen zou vrijstelling kunnen worden gegeven van de verplichting tot het maken van een zodanige gelegenheid. In verband met de voortdurende toeneming van het gemotoriseerde verkeer ware uiterst spaarzaam van deze mogelijkheid gebruik te maken (lid 3, onder a). Indien de vergunningvrager kan aantonen, dat hij in de naaste omgeving blijvend gebruik mag maken van voldoende parkeerruimte ware eveneens vrijstelling te verlenen (lid 3, onder b). ARTIKEL 259 Wenk voor de toepassing Dit voorschrift geldt zowel voor ramen aan de buitenzijde van een gebouw als voor ramen binnen een gebouw. Ook voor dakramen, lichtkoepels e.d. Indien bijv. ramen aan de buitenzijde van een gebouw met meer dan 5 bouwlagen niet van binnenuit gewassen kunnen worden kan een veilige instal- latie aan de buitenzijde voor dit doel worden geëist. Van ramen tot 12,5 m boven de grond mag worden aangenomen, dat zij nog veilig met ladders bereikbaar zijn. ARTIKEL 261 Wenk voor de toepassing Het gaat hier om een bij de bouw te stellen eis. Voor bestaande gebouwen is een soortgelijke eis opgenomen in hoofdstuk 7 (artikel 357, lid 2). ARTIKEL 262 Toelichting op het ontstaan De bepaling strekt tot bescherming van het bouwwerk en van de veiligheid van de gebruikers daarvan. Wenk voor de toepassing De bepaling heeft alleen betrekking op hoogspanningslijnen, die bij het aan- vragen der bouwvergunning aanwezig zijn. Zij geldt ook voor bouwwerken 160

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 475