Wegen
Inleiding
a. Vergunning voor wegaanieg
De vraag is besproken of de bouwverordening een regeling zou moeten
bevatten voor de aanleg van wegen door particulieren, zoals die thans in
vele bouwverordeningen voorkomt. In beginsel is de bouwverordening wel de
aangewezen plaats voor een regeling van de aanleg van wegen, voor zover
het zgn. bouwstraten betreft. De vraag was echter of hieraan nog behoefte
zou bestaan, indien, overeenkomstig artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening, voor het gehele gebied van de gemeente, dat niet tot de bebouwde
kom behoort, een bestemmingsplan zou zijn vastgesteld en of de regeling
dus meer zou kunnen zijn dan een regeling, die slechts tijdelijk van belang
zou zijn. Dit zou afhankelijk zijn van de beantwoording van de vraag hoever
een regeling van een (aanleg)vergunning voor de aanleg van wegen bij een
bestemmingsplan op grond van artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening zou kunnen gaan ten aanzien van de eisen, waaraan moet worden
voldaan om de vergunning te kunnen verkrijgen.
Wat dit betreft mag worden opgemerkt, dat op grond van artikel 14 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening het verplicht stellen van een aanlegvergun-
ning voor de uitvoering van bepaalde werken of werkzaamheden bij een
bestemmingsplan alleen kan geschieden om te voorkomen, dat een terrein
minder geschikt wordt voor de verwerkelijking van de daaraan bij het plan
gegeven bestemming of ter handhaving van een verwerkelijkte bestemming,
terwijl de vergunning ingevolge artikel 44 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening alleen mag en moet worden geweigerd, indien het werk of de
werkzaamheid in strijd zou zijn met een bestemmingsplan of de krachtens
zodanig plan gestelde eisen.
Het lijkt niet aannemelijk, dat op grond van deze bepaling aangenomen,
dat onder de genoemde werken of werkzaamheden ook wegen of de aanleg
van wegen vallen bij een bestemmingsplan bepalingen kunnen worden
opgenomen op grond waarvan de aanlegvergunning voor de aanleg van
wegen afhankelijk wordt gesteld van het voldoen aan bepaalde eisen, die de
gemeente ten aanzien van wegen in het algemeen of ten aanzien van de
desbetreffende weg in het bijzonder meent te moeten stellen, zoals eisen ten
169