uitgewerkt) is mede bepalend voor de vraag of de aanleg van een weg al
of niet in strijd met het plan is.
Paragraaf 2: Wegen waaraan mag worden gebouwd
ARTIKEL 290
Toelichting op het ontstaan
De bepalingen van dit artikel steunen op artikel 3, lid 2, onder a, van de
Woningwet. Het bepaalde in lid 2, onder d, kan niet zonder meer in alle ge-
meenten worden overgenomen. Indien een gemeentelijk rioolnet ontbreekt en
de aanleg daarvan niet in het verschiet is, zal nader dienen te worden over-
wogen of een „bouwstraat" van een riool moet zijn voorzien.
Het voorzien zijn van distributieleidingen voor gas en elektriciteit is in dit
artikel niet als voorwaarde gesteld, waaraan een weg, waaraan mag worden
gebouwd, moet voldoen. Men is hiervoor afhankelijk van de betrokken
nutsbedrijven.
Wenk voor de toepassing
Men zou een tegenstelling aanwezig kunnen achten tussen artikel 287, dat
aanleg van wegen door particulieren mogelijk maakt en artikel 290, dat ver-
langt, dat een weg, waaraan wordt gebouwd, eigendom van en in beheer en
onderhoud bij de overheid is. Er is echter van uitgegaan, dat het om verschil-
lende redenen, die geen nadere toelichting behoeven, sterk aanbeveling ver-
dient, dat een weg, waaraan mag worden gebouwd, door de overheid wordt be-
heerd. Na de eventuele aanleg van een zodanige weg door een particulier
dient de weg dus in de regel te worden overgedragen. De meeste bouw-
exploitatieverordeningen bevatten een dergelijke voorwaarde ook. Wil men
in uitzonderingsgevallen het bouwen aan een weg die eigendom is van een
particulier, toelaten, dan is zulks mogelijk mits beheer en onderhoud vol-
doende verzekerd zijn. De vrijstelling ingevolge artikel 37, lid 4, voorziet
hierin. Wordt een dergelijke vrijstelling bij het bouwen verleend dan is het
bepaalde in lid 1, onder a, ingevolge lid 3 niet van toepassing.
176