Slopen Inleiding In de toelichting tot het artikel, thans genummerd 9, van de Woningwet wordt vermeld, dat, hoewel het niet noodzakelijk werd geacht bij de wet het slopen aan een vergunning te binden, het artikel de mogelijkheid niet uitsluit, dat in de bouwverordening een vergunningstelsel wordt ingevoerd. Er kan dus veilig worden aangenomen, dat hier de keuze tussen het al of niet opnemen van een vergunningstelsel bestaat. Daar de bescherming der belangen van veiligheid en cultuur voldoende kan worden betracht wanneer burgemeester en wethouders tijdig met een voornemen tot slopen in kennis worden gesteld, leek een regeling door middel van een vergunningstelsel hier nodeloos omslachtig. Bij het ontwerpen der bepalingen is rekening gehouden met de in 1961 in werking getreden Monumentenwet. Voorts wordt er de aandacht op gevestigd, dat naast die wet een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening aanvullend zal kunnen werken. (Zie „De gemeente en de monumentenzorg", Blauwe Reeks nr. 36, uitgave Vereniging van Nederlandse Gemeenten). ARTIKEL 305 Wenken voor de toepassing Lid 3. Een bewijs van ontvangst behoeft uiteraard niet te worden afgegeven, zolang de kennisgeving niet volledig is, d.w.z. zolang niet alle in lid 2 be- doelde gegevens zijn verstrekt. Lid 4. Gedeeltelijk slopen zal vaak het veranderen van een bouwwerk bete- kenen en dat is ,,bouwen" in de zin van de wet. Hiervoor is dus een bouw- vergunning vereist. ARTIKEL 306 Wenk voor de toepassing Maatregelen, welke op aanwijzing van het bouwtoezicht zullen moeten wor- den genomen, kunnen onder meer nodig zijn, indien het gebruik van spring- stoffen niet of slechts onder bepaalde voorwaarden kan worden toegelaten of indien een gebouw wordt gesloopt, dat tegen een ander gebouw is aan- gebouwd, waarvan de hechtheid of de stabiliteit door het slopen gevaar kan lopen. Deze maatregelen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op stutten 185

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 500