In het eerste geval is een positieve redactie gekozen, in het laatste geval
is alleen de mogelijkheid aangegeven tot het stellen van nadere eisen.
6. Karakter van de bepalingen van dit hoofdstuk
Hoewel dit hoofdstuk bepalingen bevat, waaraan bestaande niet in uitvoe-
ring zijnde bouwwerken moeten voldoen, is uit artikel 25, leden 1, 3 en 4, der
Woningwet te lezen, dat eerst een verplichting voor de eigenaar ontstaat
en daarmede de mogelijkheid dat hij in gebreke en dus in overtreding geraakt
wanneer burgemeester en wethouders een aanschrijving tot hem hebben
gericht, waarbij hem is gelast bepaalde voorzieningen te treffen, teneinde
zijn bouwwerk in overeenstemming te brengen met vorenbedoelde bepalingen.
Uit artikel 32 der Woningwet is voorts te lezen, dat in spoedeisende gevallen
voor het toepassen van politiedwang noch een aanschrijving, noch het af-
wachten van het verstrijken van de beroeps- en uitvoeringstermijn nodig is.
Dit is onder meer van belang in gevallen van bouwvalligheid. Voor de op de
gemeentewet steunende bepalingen is in artikel 341 van dit hoofdstuk een
overeenkomstige regeling ontworpen.
7. Redactie der bepalingen (concreet of in aigemene termen)
Met betrekking tot de gekozen redactie concreet of in algemene termen
van de bepalingen van dit hoofdstuk van de bouwverordening diene het
volgende.
Zoals hierboven werd gememoreerd hebben alle bepalingen van dit hoofd-
stuk, hoe ook geredigeerd, een ,,latent" karakter. Ze worden (spoedeisende
gevallen uitgezonderd) pas van kracht, als burgemeester en wethouders een
schriftelijke lastgeving tot de aansprakelijke hebben gericht. Dit sluit intussen
,,minnelijk overleg" met de eigenaren omtrent het treffen van voorzieningen
geenszins uit.
Het eerst van kracht worden van de bepalingen als een schriftelijke last-
geving tot de aansprakelijke is gericht bevordert een uniforme toepassing
van de voorschriften niet, doch dit is onvermijdelijk en op dit punt wordt
met de onderhavige voorschriften ook geen unificatie nagestreefd.
Omtrent het antwoord op de vraag of de bepalingen in de bouwverordenlng
voor bestaande bouwwerken in algemene termen vervat of concreet moeten
zijn, geeft de toelichting tot artikel 26 (thans genummerd 25) der wet inzicht.
In deze toelichting wordt o.a. gezegd:
192