Bestaande bouwwerken en2.
Ad n: Hier is gedacht aan drassigheid en aan verontreinigde staat van de
bodem onder het bouwwerk. Dit kan aantasting van houten constructie-delen
door zwam of hinder van muggen, vochtigheid of stank ten gevolge hebben.
Behalve de in artikel 308 genoemde voorzieningen kunnen bijv. in aanmerking
komen ontsmetting en ventilatie.
Ad o: Voor de verbetering van de toetreding van daglicht kunnen al naar de
mogelijkheden en al naar de noodzakelijkheid in verband met het doel, waar-
voor het bouwwerk dient, bestaande ramen worden vergroot, nieuwe ramen
worden gemaakt in buitenwanden of tussenwanden, muren van binnenplaatsen
in lichte kleuren worden geverfd enz.
Voor gebouwen, die in verband met hun gebruik onder de bepalingen van
de Veiligheidswet of de Arbeidswet vallen, kan in het algemeen de beoor-
deling van de daglichttoetreding aan de Arbeidsinspectie worden overgelaten.
Ad p: De ventilatiegelegenheid kan door verschillende maatregelen worden
verbeterd, die gedeeltelijk of geheel kunnen samenvallen met die tot verbe-
tering van de daglichttoetreding of met maatregelen tegen vochtigheid.
Ad q: Als maatregelen tegen besmetting met ongedierte kunnen, naast zuive-
ring, technische voorzieningen worden aangemerkt, die de nestelgelegenheid
voor ongedierte beperken. Als zodanig komen in aanmerking het vervangen
van behang op tengels door behang op de afgepleisterde muur, het bekleden
van wanden van ,,kraalschroten" met een vlakke bepleistering op metaal- of
steengaas (dit laatste eventueel tevens als brandveiligheidsmaatregel).
Ad r: Gedacht wordt hier aan de noodzakelijkheid van het treffen van bouw-
kundige voorzieningen ter wering van ratten en muizen, zoals het dichten van
benedenstraatse openingen in fundamentmuren en het aanbrengen van rat-
werende schermen, indien ratten van buitenaf onder de fundering kunnen
komen.
De afdeling Ratten- en muizenbestrijding van het Ministerie van Landbouw,
Geertjesweg 15 te Wageningen, kan over de te nemen maatregelen advi-
seren.
Ad s: Onder „onvoldoende inrichting" is te verstaan het ontbreken van voor
het bouwwerk in kwestie noodzakelijk te achten elementen, zoals privaten,
aanrechten e.d., of het niet in de noodzakelijke hoedanigheid (kwaliteit) aan-
201
