Bestaande bouwwerken enz.
ARTIKEL 311
Wenken voor de toepassing
Indien een bouwwerk of enig deel gevaar oplevert wegens bouwvalligheid,
kunnen burgemeester en wethouders een aanschrijving tot de eigenaar rich-
ten op grond van de bepalingen van hoofdstuk III der Woningwet. Artikel 27
dier wet zegt daaromtrent:
„lndien de aanschrijving geschiedt met het oog op gevaar of ernstige ont-
siering, kunnen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 26, de
keuze laten tussen enerzijds het treffen van de voorzieningen en anderzijds
het binnen de in artikel 25, eerste of derde lid, bedoelde termijn slopen van
het bouwwerk. Indien slopen van het bouwwerk krachtens enig wettelijk voor-
schrift verboden is, behoeft echter geen keuze te worden gelaten".
Dit houdt dus in, dat in geval van bouwvalligheid van een bouwwerk burge-
meester en wethouders de bevoegdheid hebben:
a. het slopen van het bouwwerk te gelasten, behalve, indien het slopen
van het bouwwerk krachtens enig wettelijk voorschrift is verboden (monu-
ment) of
b. het treffen van voorzieningen voor te schrijven, dan wel
c. de keuze te laten tussen het slopen van het bouwwerk en het treffen van
voorzieningen, behalve indien het slopen krachtens enig wettelijk voorschrift
is verboden (monument).
Is de keuze tussen het slopen van het bouwwerk en het treffen van voor-
zieningen gelaten, en komt het tot politiedwang, dan is de keuze aan burge-
meester en wethouders, zulks ingevolge artikel 32, lid 2, der Woningwet.
ARTIKEL 312
Wenk voor de toepassing
In dit artikel wordt niets bepaald omtrent centrale verwarmingsinrichtingen.
De aandacht zij er op gevestigd, dat dergelijke inrichtingen (zie artikel 4 van
hoofdstuk 1) worden gerekend tot het gebouw te behoren en dus ingevolge
artikel 307 in een voldoende staat van onderhoud moeten verkeren.
