ARTIKEL 313
Toelichting op het ontstaan
Artikel 4 der Woningwet verlangt, dat in de bouwverordening ten aanzien
van gebouwen o.a. voorschriften worden gegeven betreffende „het voor-
komen, het beperken en het bestrijden van brand, het beperken van brand-
gevaar en het voorkomen en het beperken van ongevallen bij brand".
De voorschriften ter voorkoming van brand treft men aan in artikel 307, onder
e, en in artikel 314 en 331, de overige hierboven bedoelde voorschriften in
het onderhavige artikel.
Wenken voor de toepassing
Lid 2. Voor de gevallen, waarin de aanwezigheid van een bliksemafleider-
installatie op een bestaand gebouw zou kunnen worden geëist, raadplege
men de wenk voor de toepassing bij artikel 256.
Lid 3. Onder brandblusmiddelen kunnen ook sprinklerinstallaties worden
verstaan.
ARTIKEL 314
Wenk voor de toepassing
Daar een bliksemafleiderinstallatie, die niet in orde is, het gevaar van bliksem-
ins'ag verhoogt in plaats van vermindert, is het nodig, dat de installatie
periodiek wordt gecontroleerd. Het verdient aanbeveling, dat daarbij de door
de Vereniging van Bliksembeveiligingsinstallateurs ontworpen technische pro-
cedure wordt gevolgd. Dit kan bijvoorbeeld door een raadgevend elektro-
technisch ingenieursbureau geschieden.
ARTIKEL 315
Toelichting op het ontstaan
Dit artikel beoogt de verbetering dan wel uitbreiding van bestaande gemeen-
schappelijke antennes mogelijk te maken. De motieven voor het opnemen
van deze bepalingen volgen uit de hierna opgenomen ,,wenk voor de toe-
passing Het heeft een punt van overweging gevormd om ook een bepaling
op te nemen, die het mogelijk zou maken dat burgemeester en wethouders
het aanbrengen van een centraal antennesysteem voor een bestaand voor
bewoning dienend gebouw of een groep woningen eisen. Hiervan is afgezien
204