Paragraaf 8: Aanschrijvingen tot het treffen van voorzieningen aan sloten en andere wateren nabij gebouwen en aan riolen en putten buiten gebouwen. Het beroep tegen deze aan- schrijvingen. ARTIKEL 338 V/enken voor de toepassing In tegenstelling tot de paragrafen 1 t/m 5 vinden de paragrafen 6 en 7 hun basis niet in de Woningwet, doch in de gemeentewet. Aanschrijvingen tot het opheffen van gebreken, als bedoeld in de paragrafen 1 t/m 5, geschieden dus op de wijze als in de artikelen 25 e.v. van de Woningwet wordt voorgeschreven, terwijl aanschrijvingen tot het treffen van voorzieningen, als bedoeld in de paragrafen 6 en 7, moeten geschieden over- eenkomstig de artikelen 338 t/m 341. De regeling der aanschrijvingen en van het beroep daartegen zijn in hoofdzaak analoog aan die van de Woningwet. Politiedwang moet uiteraard plaats vinden op grond van artikel 210 van de gemeentewet. Lid 4. In verband met de hiergenoemde termijn zij de aandacht gevestigd op artikel 340. ARTIKEL 341 Wenk voor de toepassing De strekking van deze bepaling is gelijk aan die van artikel 32, lid 1, van de Woningwet, welke laatstbedoelde bepaling betrekking heeft op de aan- schrijvingen, gegrond op de Woningwet. Paragraaf 9: Aanschrijvingen tot onderzoek ARTIKEL 342 Toelichting op het ontstaan Lid 5. Uit doeimatigheidsoverwegingen is geen beroep tegen de onderhavige aanschrijving opengesteld. In plaats daarvan is bepaald, dat op verzoek schadevergoeding kan worden gegeven, indien het onderzoek niet gevolgd wordt door verdere maatregelen tot het treffen van voorzieningen. 210

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 525