Para3raaf 6: Gebruik van installaties, inrichtingen en toestellen
ARTIKEL 361
Wenken voor de toepassing
teerd h!1°^T*?*}d'ent met omzichti9heid te worden gehan-
teerd Het verdient daarom aanbeveling, alvorens een eigenaar te dwinq°n
zorg te dragen dat van een tot het gebouw behorende installatie gebruik kän
worden gemaakt, na te gaan of de aanwezigheid van de instal atie noodzake
ÜT van gebouw. Zo zal buvoorbeold Z d,
"TJT \n een,V00r het verb,ijf van mensen bestemd gebouw nood-
e J.n en dus 00k moeten kunnen worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor
boven 2 m bo """i ^0™9 be8temd 96b°UW met wocnruimten
boven 11,2 m boven peil en voor een centrale verwarmingsinstallatie in een
gebouw zonder of met onvoldoende stookplaatsen.
"Jen aenZ'6n V3n fabrieken en werkplaatsen dient te worden bedacht dat hier
alsan tan atX''6 V<»»9Mef.we.
De bepaling dient uitsluitend om de mogelijkheid tot gebruik van een instal
Siiven^f 60 ni6t °m d° aanwezi9heid van een installatie voor te
schnjven of voorzienmgen aan een installatie te gelasten. Voor deze laatste
doeleinden zij verwezen naar hoofdstuk 6 van deze verordening.
ARTIKEL 363
Wenk voor de toepassing
d'imededeling bedoe,d in lid 2 kan het gevolg zijn van een onderzoek door
dejnspectievan de volksgezondheid voor hygiëne van het milieu. De gemeen-
n zich dan aan het oordeel van die inspectie refereren.
ARTIKEL 364
Wenk voor de toepassing
Voor de beoordeling van de doeltreffendheid en veiligheid van de flesseaas-
installatie en van de veiligheid van de opstelplaatsen en het aantal drukvaten
Înstalîat W° ^0'96 "V°0rschriften voor de aanieg van vloeibaar-gas-
nstallaties in wonmgen en andere gebouwen", NEN 3324.
224