Beroepsregels
Inleiding
In welke gevallen van een besluit van burgemeester en wethouders beroep
op de gemeenteraad openstaat, is telkens bij het desbetreffende artikel uit-
drukkelijk vermeld of door een verwijzing aangegeven, voor zover althans het
recht van beroep niet uit een algemene bepaling, zoals artikel 10, voortvloeit.
In tegenstelling tot het onderwerp ,,bouwvergunningen", dat in de verordening
volledig is geregeld en dus een herhaling van diverse bepalingen der Wo-
ningwet bevat, is, ten einde te voorkomen dat op onjuiste basis wordt aan-
geschreven, de materie van het treffen van voorzieningen, welke is geregeld
in hoofdstuk III afdeling I der Woningwet (artikelen 25 e.v.), niet uit de wet
in de verordening overgenomen en is dan ook de mogelijkheid van beroep,
genoemd in artikel 30 der Woningwet, tegen aanschrijvingen van burge-
meester en wethouders als daar bedoeld niet in de verordening vermeld.
De regels ten aanzien van de behandeling van een beroep opgenomen in dit
hoofdstuk zijn echter wel van toepassing op de beroepen, ingesteld ingevolge
artikel 30 van de Woningwet.
Gelijk uit het bovenstaande volgt zijn van de beroepsmogelijkheden, welke
steunen op de Woningwet, verschillende wel en andere niet in de bouwver-
ordening overgenomen; de mogelijkheid van beroep tegen bepalingen die
zijn gebaseerd op de gemeentewet zijn alle in de verordening vermeld. Mede
in verband met het bovenstaande zal het aanbeveling verdienen, hetgeen
trouwens reeds in vele gemeenten geschiedt, in alle besluiten van burgemees-
ter en wethouders, waartegen beroep op de gemeenteraad openstaat, in het
besluit op deze beroepsmogelijkheid uitdrukkelijk te wijzen, zulks ter waarbor-
ging van de rechtszekerheid voor de belanghebbende.
Wat het beroep tegen beslissingen van het bouwtoezicht betreft, dit is in
een algemeen artikel vervat (zie hiervoor artikel 13).
Paragraaf 1: Beroep op de gemeenteraad
ARTIKEL 389
Wenk voor de toepassing
Lid 2, onder b. Er wordt op gewezen dat onder een besluit van burgemeester
en wethouders, als bedoeld in dit lid, mede een aanschrijving valt.
239