■R
k4lk
Straf-, overganga- en slotbepalingen
wet wel, maar de verordening niet de aansprakelijkheid voor een strafbaar
feit, gepleegd door of vanwege een rechtspersoon, mag leggen op de bestuur-
der, enz., van die rechtspersoon (zie arrest Hoge Raad van 30 januari 1961,
O.B. nr. 20974, rubriek IX.0). Daarom is hier de figuur gekozen van het
strafbaar stellen van het als bestuurder, enz., opdracht geven tot of de
feitelijke leiding hebben bij een strafbare handeling.
ARTIKEL 396
Toelichting op het ontstaan
Dit artikel regelt het toezicht op de naleving van de bepalingen dezer veror-
dening, voor zover deze niet op de Woningwet steunen. Het artikel is analoog
aan artikel 85 der Woningwet.
Wenk voor de toepassing
Voor het verband tussen de in artikel 85 van de Woningwet en de in dit artikel
omschreven taak van het bouwtoezicht enerzijds en de regeling betreffende
het verstrekken van lastgevingen van artikel 11 van hoofdstuk 1 anderzijds,
wordt verwezen naar de toelichting op het ontstaan bij artikel 11 en naar de
inleiding tot hoofdstuk 8.
ARTIKEL 397
Toeiichting op het ontstaan
Artikel 100 van de Woningwet regelt de opsporing van overtredingen van de
bepalingen dezer verordening, welke op de Woningwet steunen. In dit artikel
is deze materie geregeld ten aanzien van de overtredingen van de bepalingen
die op de gemeentewet steunen. Voorts is verwezen naar artikel 141 van
het Wetboek van Strafvordering, dat o.a. ook de ambtenaren van rijks- en
gemeentepolitie met de opsporing van strafbare feiten belast.
ARTIKEL 398
Toeiichting op het ontstaan
Artikel 101 van de Woningwet regelt de bevoegdheid der opsporingsambte-
naren, voor zover het overtreding van bepalingen, steunende op de Woning-
245