om het ontvangstbewijs niet af te geven, indien de stukken niet
voldoen aan de in artikel 15 van de Bouwverordening bedoelde voor-
schriften.
Volledigheidshalve is dit in de instructie geregeld. Het verdient
echter de voorkeur dit op te nemen bij de regeling omtrent de in-
diening van de aanvraag in artikel A 5 van de nadere regelen als be-
doeld in artikel 15, zesde lid van de Bouwverordening.
Het in ontvangst nemen van de aanvraag behoeft niet noodzakehjk
te geschieden door het gemeentehjk bouw- en woningtoezicht. Daarom
is dit artikel zodanig geredigeerd, dat de mogehjkheid is opengelaten
om een andere functionaris dan de ambtenaar belast met de taak van
bouw- en woningtoezicht te beiasten met het in ontvangst nemen van
de aanvraag.
Ten overvloede zij er op gewezen dat ervan is afgezien in de instruc-
tie erdge relatie te leggen tussen het in ontvangst nemen van de aan-
vraag om bouwvergunning en het aanvragen van rijksgoedkeuring voor
de bouw.
Artikel 3.
In dit en de daaropvolgende artikelen wordt gesproken van aan-
vrager, waaronder in overeenstemming met artikel 15 van de Bouw-
verordening mede kan worden verstaan de door de aanvrager aan-
gewezen gemachtigde.
Indien mocht bhjken uit het onderzoek dat een bouwvergunning
niet vereist is, is het gewenst hiervan aantekening te maken, ten einde
eventuele twijfel hieromtrent uit te sluiten.
Artikel 4.
Naast de gegevens die in de zin van artikel 15 van de Bouwverorde-
ning wel voldoende zijn, kan het mogehjk zijn dat voor de juiste
beoordeling van het bouwplan nog meer gegevens vereist zijn. Hierin
voorziet dit artikel.
In verband met de in artikel 50 van de Woningwet gestelde termijn
van twee maanden, waarbinnen op de aanvraag moet worden beshst
5
Toelichting
