Inrichting van gebouwen
De in het vorige lid bedoelde kamer moet, indien de wanden rechte hoeken
vormen, behalve ter plaatse van de schoorsteen en behoudens het bepaalde
in lid 4, een breedte hebben van ten minste 3,85 m. Deze minimum breedte
mag worden verminderd tot 3,55 m, indien:
a. geen stookgat aanwezig is of
b. een stookgat in een korte wand of in of nabij een hoek van de kamer
aanwezig is of
c. de kamer een oppervlakte van ten minste 19 m2 en ramen in twee wanden
of in een lange wand heeft.
De in lid 3 voorgeschreven breedte moet aanwezig zijn over ten minste 2/3
van de lengte, die de kamer bij rechthoekige vorm zou verkrijgen met de
vereiste minimum oppervlakte en minimum breedte, met dien verstande dat
de voorgeschreven breedte over een lengte van ten minste 3 m aanwezig
moet zijn. Over het overige deel van de vereiste minimum oppervlakte moet
de breedte ten minste 2,5 m bedragen.
Uitgezonderd de in lid 2 bedoelde kamer moet één der in art. 62, lid 1, onder
b, bedoelde kamers een oppervlakte hebben van ten minste 10 m2 en indien
de wanden rechte hoeken vormen een breedte van ten minste 2,7 m.
De wanden van een kamer worden mede geacht rechte hoeken te vormen,
indien afschuiningen van beperkte afmetingen aanwezig zijn.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de horizontale afmetin-
gen van kamers, waarvan de wanden geen rechte hoeken vormen.
Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 2, indien de opper-
vlakte niet minder dan 14 m2 bedraagt, voor de gevallen, genoemd in art. 62,
lid 2, onder a en onder c 1 en c 3.
ARTIKEL 73 Horizontale afmetingen van keukens in tot bewoning bestemde
gebouwen
1 De afmetingen van keukens in tot bewoning bestemde gebouwen moeten zo-
danig zijn, dat behalve vloeroppervlakte voor het in artikel 130 genoemde
aanrecht, bovendien langs een wand een vloeroppervlakte lang ten minste
70 cm en diep ten minste 65 cm voor de opstelling van een kooktoestel aan-
51