5. De ambtenaar treft, indien de veiligtieid onverwijld ingrijpen eist, terstond de vereiste maatregelen, zo mogelijk na overleg te hebben gepleegd met het hoofd van bouw- en woningtoezicht. Artikel 17. 1. De ambtenaar maakt van het in artikel 16 bedoelde onderzoek en overleg rapport op voor het hoofd van bouw- en woningtoezicht. 2. Indien een aanschrijving, als bedoeld in de artikelen 25-31 van de Woningwet, dan wel in artikel 338 of 342 van de Bouwverordening, is vereist, wordt door het hoofd van bouw- en woningtoezicht rapport gezonden aan burgemeester en wethouders. HOOFDSTUK VI Het toezicht op het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen Artikel 18. De ambtenaar houdt toezicht op het naleven van de bepalingen van de Woningwet en van de Bouwverordening, die betrekking hebben op het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen. HOOFDSTUK VII Het toezicht in verband met het slopen van bouwwerken Artikel 19. 1. De ambtenaar houdt toezicht op het naleven van de bepalingen van de Bouwverordening, die betrekking hebben op het slopen. 2. De ambtenaar onderzoekt, nadat kennis gegeven is van het voornemen tot slopen als bedoeld in artikel 305 van de Bouwverorde- of een aanwijzing als bedoeld in artikel 306 van deze verordening moet worden gegeven. 3. Een aanwijzing kan slechts worden gegeven op een door het hoofd van bouw- en woningtoezicht te bepalen wijze. 18 Tekst instructie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 623