n in
îten
5
mte
uit-
5 m
loer
rste
ARTIKEL 83 Aard van de toegang
1 Woningen of afzonderlijk gelegen delen van woningen mogen van de weg af
niet uitsluitend toegankelijk zijn door andere woningen of delen van andere
woningen, dan wel door een winkel, werk- of bergplaats, kantoorruimte of
daarmee overeenkomende ruimte of door een garage.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in het vorige lid voor dienst-
woningen.
ARTIKEL84 Deuren in toegangen tot woningen en tot ruimten in woningen
1 Toegangen tot woningen of tot afzonderlijk gelegen delen van woningen moe-
ten zijn voorzien van een deur.
2 Toegangen tot kamers, keukens, bijkeukens, badruimten, privaten en water-
plaatsen in tot bewoning bestemde gebouwen moeten zijn voorzien van een
deur.
3 Toegangen tot kelders van tot bewoning bestemde gebouwen moeten zijn voor-
zien van een deur of een luik. Indien de trap uitkomt in een kamer of een
keuken moet de deur aan het boveneinde van de trap zijn aangebracht.
4 Toegangen tot bergplaatsen in of bij tot bewoning bestemde gebouwen moeten
zijn voorzien van een deur.
5 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 2 voor de toegangen
tot ruimten in woningen met uitzondering van de toegangen tot privaten, voor
zover de inrichting en de uitrusting van de woning zulks mogelijk maken.
ARTIKEL 85 Hoogteligging van oppervlakken gescheiden door een deur
1 Binnen een gebouw gelegen oppervlakken, bestemd om betreden te worden
en gescheiden door een deur, moeten ten minste over de volle breedte van
de deur en over een afstand van ten minste 70 cm, gemeten loodrecht op het
vlak van de gesloten deur, even hoog liggen.
Het bepaalde in het voorgaande van dit lid is niet van toepassing op opper-
vlakken, gescheiden door een deur onderaan een trap.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de eerste alinea van het
vorige lid voor oppervlakken aan het boveneinde van keldertrappen, mits de
veiligheid voldoende is gewaarborgd.
Inrichting van gebouwen