ARTIKEL86 Afmetingen van deuren van tot bewoning bestemde gebouwen
1 Het kozijn van een deur die toegang geeft tot een ruimte van een tot be-
woning bestemd gebouw, welke ruimte bestemd is om te worden betreden,
moet, gemeten in de dag, ten minste 2 m hoog zijn.
2 Het kozijn van een buitendeur die hoofdtoegangsdeur is van een tot bewoning
bestemd gebouw, moet, gemeten in de dag, ten minste:
a. 80 cm breed zijn, indien de deur toegang geeft tot niet meer dan drie
woningen;
b. 90 cm breed zijn, indien de deur toegang geeft tot meer dan drie woningen.
3 Het kozijn van een deur die toegang geeft tot een woning en van een deur
die vanuit een keuken toegang geeft tot een tuin, een balkon, een veranda,
een loggia of een plat moet, gemeten in de dag, ten minste 80 cm breed zijn.
4 Het kozijn van deuren in gangen, portalen of galerijen buiten woningen van
tot bewoning bestemde gebouwen, die meer dan drie woningen bevatten,
moet, gemeten in de dag, ten minste 90 cm breed zijn.
5 Het kozijn van een binnendeur die toegangsdeur is van een kamer of een
keuken in een tot bewoning bestemd gebouw, moet, gemeten in de dag, ten
minste 75 cm breed zijn.
6 Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de breedte van
deurkozijnen in gemeenschappelijke gangen, portalen of galerijen van tot
bewoning bestemde gebouwen, die meer dan acht woningen bevatten.
ARTIKEL87 Afmetingen van portalen, gangen en galerijen van tot bewoning
bestemde gebouwen
1 Portalen en gangen van tot bewoning bestemde gebouwen moeten ten minste
2,2 m hoog zijn.
2 Portalen en gangen van tot bewoning bestemde gebouwen moeten, voor zover
zij niet vallen onder de bepalingen van artikel 88, nergens een geringere
breedte hebben, dan:
a. 90 cm, indien ze binnen een woning zijn gelegen of toegang geven tot niet
meer dan één woning;
b. 1 m, indien ze toegang geven tot meer dan één woning.