waarop een toegang tot de trap aanwezig is, onderbroken zijn door een bordes of portaal. Vaste trappen en traparmen mogen geen grotere ononderbroken stijghoogte hebben dan 2,8 m, indien ze toegang geven tot of gelegen zijn binnen tot bewoning bestemde gebouwen. 3 Vaste trappen van tot bewoning bestemde gebouwen mogen slechts in open verbinding staan met een kamer of een keuken, indien daardoor in die kamer of keuken geen tocht kan ontstaan. 4 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, voor wat betreft de daarin genoemde afmeting van het vloeroppervlak voor trappen, die zo- danig van vorm, afmeting of ligging zijn, dat ook met een kleinere afmeting een veilig en doeltreffend gebruik van de trap gewaarborgd is. ARTIKEL 89 Afdekking en zijwanden van toegangstrappen tot gebouwen 1 Een trap toegang gevende tot een gebouw moet van een afdekking en van gesloten zijwanden zijn voorzien. Niet van toepassing is het bepaalde in het voorgaande van dit lid op: a. trappen, voor zover deze aansluiten aan het terrein, niet meer dan 7 op- treden hebben en de aantrede, gemeten in de klimlijn, ten minste 30 cm be- draagt; b. tuintrappen met geen grotere stijghoogte dan één bouwlaag. 2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de eerste alinea van lid 1, indien de constructie en de afmetingen van de trap zodanig zijn, dat deze ook bij ongunstige weersomstandigheden voldoende veilig begaanbaar blijft. ARTIKEL 90 Optreds van trappen 1 De optrede van vaste trappen naar voor het verblijf van mensen bestemde besloten of open ruimten van gebouwen mag ten hoogste bedragen: a. indien de trappen de hoofdtoegang vormen tot meer dan één woning en die woningen niet tevens met een lift bereikbaar zijn: 18 cm; b. in alle overige gevallen: 20 cm. 2 De optrede van andere dan vaste trappen in tot bewoning bestemde gebou- wen, welke trappen tot dat gebouw behoren, mag niet meer dan 20 cm be- dragen. 60

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 70