4 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor dienstwoningen.
ARTIKEL 102 Voorzieningen t.b.v. het transport van huisraad
1 Tot bewoning bestemde gebouwen moeten zodanig zijn ingericht, dat huisraad
met afmetingen van ten hoogste 1,5 x 1,4 x 0,7 m van buiten het gebouw
binnen elke kamer kan worden gebracht.
2 Als nadere eis kan worden gesteld dat tot bewoning bestemde gebouwen,
waarin op meer dan 5 m boven peil een kamer, als bedoeld in artikel 72, lid 2
(hoofdwoonkamer), aanwezig is, moeten zijn voorzien van een of meer con-
structies, waaraan een hijstoestel kan worden bevestigd, waarmede op veilige
en doeltreffende wijze huisraad kan worden gehesen.
De constructies voor het bevestigen van een hijstoestel moeten zodanig zijn
geplaatst dat elke woning in het gebouw daarmede kan worden bediend. Zij
moeten berekend zijn op een belasting van ten minste 600 kg.
3 Indien een personenlift in een tot bewoning bestemd gebouw aanwezig is,
kunnen, indien langs de weg van lid 2 geen aanvaardbare oplossing kan wor-
den verkregen, nadere eisen worden gesteld aan de afmetingen van de lift-
schacht, van de liftkooi en van de toegangen tot de liftkooi, alsmede aan het
hefvermogen van de lift.
Paragraaf 3: Toetreding van daglicht
ARTIKEL103 Belemmeringshoek
Onder belemmeringshoek wordt in deze paragraaf verstaan de hoek tussen
het horizontale vlak en het vlak, dat raakt aan de bovenkant van de onder-
dorpel van het raamkozijn en aan de bovenkant van de haaks tegenover het
vlak van het desbetreffende raam liggende bebouwing, waarbij voor de be-
paling van dit vlak:
a. als haaks tegenoverliggende bebouwing wordt aangenomen de bebou-
wing, welke, voor zoveel betreft hoogte en ligging, krachtens bestemmings-
plan dan wel krachtens deze verordening zonder vrijstelling ten hoogste
mogelijk is, tenzij reeds grotere of hogere bebouwing aanwezig is, welke dan
voor het bepalen van de belemmeringshoek geldt;
66
