ARTIKEL107 Uitzicht door ramen
ln kamers, als bedoeld in artikel 72, lid 2 (hoofdwoonkamer) moet op een
voor het uitzicht gunstige plaats één raam voorkomen waarvan de glaslijn
over een breedte van ten minste 1 m niet hoger dan 85 cm boven de vloer
ligt. De vorenbedoelde breedte wordt gemeten op de wijze als bepaald in
artikel 104, lid 1.
ARTIKEL 108 Toetreding van daglicht tot trappen en bordessen toegang gevende
tot niet meer dan twee woningen
Tot vaste trappen en bordessen toegang gevende tot niet meer dan twee
woningen, moet het dagiicht in voldoende mate kunnen toetreden.
ARTIKEL109 Toetreding van daglicht tot trappehuizen toegang gevende tot drie of
meer woningen
1 In buitenwanden van besloten trappehuizen, die toegang geven tot drie of meer
woningen, of in buitenwanden van ruimten die over de volle hoogte van die
trappehuizen en over een breedte van ten minste 1 m in open verbinding
staan met die trappehuizen, moet per bouwlaag ten minste 0,6 m2 verticale
oppervlakte blank glas aanwezig zijn. waarvan de kleinste afmeting ten minste
50 cm bedraagt.
2 Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de toetreding van
daglicht tot trappen in niet geheel besloten ruimten.
3 Vrijstelling van het bepaalde in lid 1 kan worden verleend:
a. indien de toetreding van daglicht op andere wijze voldoende is gewaar-
borgd;
b. indien de vrijstelling, bedoeld in art. 71, lid 2, is verleend.
ARTIKEL 110 Toetreding van daglicht tot gemeenschappelijke gangen en portalen van
tot bewoning bestemde gebouwen
1 Tot gemeenschappelijke gangen en portalen van tot bewoning bestemde ge-
bouwen moet het daglicht in voldoende mate kunnen toetreden.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in het eerste lid, indien de
nadere eis, bedoeld in art. 148, lid 2, onder b, is gesteld.