Inrichting van gebouwen
ARTIKEL 124 Brievengleuven en brievenbussen
1 Ten dienste van elke woning en van elke niet met een woning verband hou-
dende geheel of gedeeltelijk voor kantoordoeleinden bestemde ruimte of com-
binatie van ruimten in een gebouw, dient een brievengleuf aanwezig te zijn in
of nabij de toegang van de weg af. De gleuf moet van de weg bereikbaar zijn
zonder dat deuren of hekken, welke gewoonlijk op slot zijn, behoeven te
worden gepasseerd.
2 Indien de in het vorige lid bedoelde gleuf niet uitkomt in een tot de woning
of het kantoor behorende ruimte, dient achter de gleuf een brievenbus te zijn
aangebracht en moet nabij de gleuf op duidelijke wijze zijn aangegeven voor
welke woning of welk kantoor de gleuf is bestemd. Tevens moet dan geiegen-
heid bestaan om nabij de gleuf een naambordje aan te brengen.
3 De brievengleuf en de brievenbus moeten doeltreffend zijn. Aan dit voor-
schrift wordt geacht te zijn voldaan, indien de brievengleuf en de brievenbus
voldoen aan NEN 1770, uitgave 1960.
4 Het niveau vanwaar de brievengleuven worden bediend, mag niet meer dan
2,5 m boven peil zijn gelegen. Voorgaande bepaling is niet van toepassing
voor galerijbouw en voorts niet voor gebouwen met voor het publiek toe-
gankelijke liften, mits per galerij of verdieping ten minste 3 woningen of
kantoren kunnen worden bereikt.
5 Vrijsteiling kan worden verleend van het bepaalde in de eerste zin van lid 4,
indien het bij inachtneming daarvan niet mogelijk is de brievengleuven doel-
treffend aan te brengen.
ARTIKEL125 Deurbel. Deuropener. Spreekinstallatie
1 Aan of nabij een afgesloten hoofdtoegang van een gebouw waarin zich een
of meer woningen bevinden moet zich voor elke woning een druk- of trekknop
bevinden, waarmede een waarschuwingssignaal, dat binnen de woning moet
zijn aangebracht, kan worden bediend.
2 Een afgesloten hoofdtoegang van een gebouw, waarin zich meer dan één
woning bevindt, moet in of nabij elke woning kunnen worden geopend door
middel van een doeltreffende apparatuur.
75