Inrichting van gebouwen ARTIKEL138 Omvang van de drinkwaterleidinginstallatie 1 Een installatie, als bedoeld in artikel 137, moet in tot bewoning bestemde ge- bouwen ten minste bestaan uit: a. een tappunt in elke keuken en woonkeuken boven een gootsteen; b. een aansluitpunt voor de spoelinrichting in elk privaat; c. een aansluitpunt voor een douche of een tappunt voor een bad, zitbad of bad-wascombinatie in elke badruimte; d. een tappunt boven elk niet onder a of c genoemd lozingstoestel, uitgezon- derd een schrob- of stalput; e. een aansluitpunt voor een tappunt op de in artikel 133, lid 2, bedoelde plaats in een woning. 2 Een installatie voor het betrekken van water uit het distributienet van de water- leiding in een gebouw moet binnen het gebouw op een vorstvrije plaats van de nodige stop- en aftapkranen ter afsluiting en aftapping van de installatie zijn voorzien. Indien het een gebouw betreft dat meer woningen bevat, moe- ten deze stop- en aftapkranen zodanig zijn aangebracht, dat de installatie van elke in het gebouw aanwezige woning afzonderlijk kan worden afgesloten en afgetapt. 3 Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot: a. de omvang en de inrichting van een installatie tot het betrekken van drink- water uit het distributienet van de waterleiding in voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen, andere dan tot bewoning bestemde gebouwen; b. het aanbrengen van een inrichting tot het opvoeren van de waterdruk in een installatie tot het betrekken van water uit het distributienet van de water- leiding. ARTIKEL 139 Welputten en regenbakken 1 Een tot bewoning bestemd gebouw, dat niet moet zijn aangesloten en niet is aangesloten aan de waterleiding, moet beschikken over een welput, indien mag worden aangenomen, dat daaruit deugdelijk drinkwater in voldoende hoe- veelheid kan worden betrokken. 2 Een tot bewoning bestemd gebouw, dat niet moet zijn aangesloten en niet is aangesloten aan de waterleiding en niet kan beschikken over een welput, 81

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 91