30 maart 1967
64
deling van zijn ontwerp, maar komt daarvoor het plaatsvervangende lid
Spreker heeft vele malen bijgewoond dat het beoordelen van plannen van
leden van de commissie zeer objectief en heel vriendschappelijk gaat. Hii
heeft nooit bemerkt dat iemand tegenover een collega zijn mening onder
stoelen of banken stak. Spreker heeft zelfs het idee dat de leden iuist in
vnendschappelijk overleg vaak tot verbetering van elkaars werk komen.
De heer V an Kempen heeft wel eens een opdracht voor een school of iets
dergelijks. De heer Waterman heeft, voor zover spreker weet in Heem-
stede nog geen opdrachten gehad. De beide andere heren hebben zo nu en dan
wel eens een werk dat door de commissie moet worden beoordeeld. Nog-
maals, dat gaat lang niet altijd, spreker moet zelfs zeggen zelden zonder
aangeraden wijzigingen, die dan ook inderdaad worden aangebracht Het
kan wel eens moeilijkheden opleveren dat de heren elkaars werk moeten
beoordelen. Het betreft gelukkig zeer bekwame mensen, zodat dit niet
zulke grote moeilijkheden oplevert als spreker in andere gevallen wel eens
meemaakt, b.v. dat iemand echt niet uit een plan kan komen en ondanks
alie hulp van de commissie er nog niet uitkomt. Maar hoe minder de ge-
schetste situatie voorkomt hoe liever zulks het college en spreker is. In een
andere samenstellmg van de commissie zouden dergelijke gevallen zich ook
voordoen want een lid van de welstandscommissie is niet verplicht geen
werken in Heemstede aan te nemen. Dat zou trouwens voor de heren een
te grote schadepost betekenen.
De heer Rutgers: „Zou u het gebezigde argument dan niet willen intrek-
ken
Wethouder Van Wijk: „Op het moment ligt de zaak eenmaal zo en de on-
handen zijnde werken moeten worden uitgevoerd. Nu ligt de situatie
moeilijk omdat de heer Stevens bij beide zaken betrokken is."
De heer Rutgers: „Het is dus tijdelijk."
Wethouder Corver merkt op, dat de heer Verkouw heeft gezegd dat zijn
fractie deze keer nog wel haar stem aan de voorgedragenen wil geven
maar hij hoopt dat de leeftijdsgrens die voor verschillende andere commis-
sies wordt aangehouden ook voor de welstandscommissie zal gaan gelden.
jaar6?161^ Vraagt zich af hoe en wanneer dat moet gebeuren. Het volgend
De heer Verkouw zegt dat het zijn bedoeling is dat de raad het besluit
neemt het college te verzoeken om bij elke aanbeveling, waarover de raad
houdenem m°et ultbrengen' de leeftijd van 70 jaar als richtlijn aan te
Wethouder Corver antwoordt dat het iedere keer weer in alle mogelijke
colleges een enorm strijdpunt is of er een leeftijdsgrens moet zijn ja of nee
Het îs gemakkelijk om te zeggen dat 70 jaar maar als richtlijn moet wor-
aangehouden, maar als er eenmaal een richtlijn is zijn er altijd weer
gevallen waarvoor een uitzondering wordt bepleit. Dan moet men echter
ook zeggen: het zitting hebbende lid is 70 jaar, hij wordt niet herbenoemd.
is üat de bedoeling van de heer Verkouw?
De hëer Verkouw zegt dat het soms heel pijnlijk kan zijn om iemand,
dij het ontbreken van een leeftijdsgrens, niet te herbenoemen op grond van
zijn hoge leeftijd. Spreker meent dat bij de samenstelling van deze commis-
sie m het verleden, het bepalen van een leeftijdsgrens ook heeft gespeeld.
bpreker dacht dat het ên voor het college ên voor de raad gemakkelijker
zal zijn als er een leeftijdsgrens is aangegeven.
Wethouder Van Wijk merkt op dat het vaststellen van een leeftijdsgrens
voor commissieleden nu in het algemeen onder het oog is gezien. Men staat
nu voor een concrete situatie en dan is een mens geneigd om te herbenoe-
raen. Als het echter in het onbepaalde blijft, is het veel gemakkelijker een