31 maart 1966 97 de heer Rutgers van oordeel is dat een efficiency-rapport dienstig kan zijn, dan kan hij dit bij de behandeling van de begroting naar voren brengen, maar om de bouw van een zo gespecialiseerd object als een zwembad daar- voor aan te grijpen acht spreker niet juist. Wethouder Van Wijk antwoordt dat het bij dit alles een troostrijke ge- dachte is dat, voor zover spreker heeft kunnen nagaan, door het college voor de bouw van dit zwembad geen cent méér uitgegeven is dan uitge- geven moest worden. De enige kwestie is of het college niet wat eerder kon hebben geweten of het zwembad tenslotte dit bedrag zou gaan kosten. Spreker kan rustig vooropstellen dat er geen geld verloren is geraakt door een verkeerde organisatie of wat dan ook. Het is zo, dat de reeds verleende kredieten nog een aanvulling behoeven van 2 ton, waarvan een bedrag van 1 ton al tevoren voorzien was, niet in zijn hoegrootheid maar in zijn bestaan op zichzelf, n.l. de loon- en prijsstijgingen. Daarnaast wil spreker stellen dat het gaat om ramingen daterend van 1961 en nu, in 1966, blijkt dan dat het project ruim een ton meer aan meerwerk heeft gekost. Van die ton is tot een bedrag van 47,000,— door burgemeester en wethouders toestemming gegeven omdat de bouw moest voortgaan, zodat 58.000 overblijft. Het overzicht van de kredietoverschrijding doorlopende blijkt spreker, dat van die 58.000 uitgaven tot een bedrag van 46.000 eenvoudig noodzakelijk bleken, niet omdat er te laag geraamd was maar omdat verschillende posten helemaal niet geraamd waren. Zo ontstond een post van 17.000 doordat bleek dat de door Grondmechanica Delft geadviseerde lengte van de funderingspalen voor onze moeilijke Heem- steedse bodem tekort waren. Die 17.000 voor langere betonpalen kunnen dus van de resterende 58.000 worden afgetrokken. Bij het opmaken van de begroting is de post aanleg waterleiding 13.525 grotendeels vergeten. Dat is een nare zaak. Dit heeft openbare werken niet kunnen zien omdat die dienst misschien voor het eerst in haar bestaan een bouwplan voor een zwembad onder ogen kreeg en dus niet wist waar precies de water- leiding moest komen te liggen, want bij de aanleg bleek dat er nog heel wat meer waterleiding moest worden gelegd dan in het bestek en op de tekening voorkwam. Die aanleg moest echter gebeuren want anders zou het bad niet kunnen functioneren. Hiermede is men al aan de 30.000. De heer Brandsma: „Openbare werken kon toch wel begrijpen dat er water in het bad moest." Wethouder Van Wijk zegt dat het ook maar een gedeelte van de water- leiding betrof. Wat de aanleg van riolering met putten in de perrons betreft merkt spreker op dat die bij de aanbesteding uit bezuinigingsover- wegingen achterwege is gelaten. De ervaring van openbare werken op dit punt was, dat die perrons nooit helemaal vlak blijven waardoor er altijd grote waterplassen op blijven staan, waarna in overleg tussen de architect en openbare werken alsnog tot het maken van die riolering werd besloten. De drie laatste posten van bladzijde 1, aarding van installaties, grondkabel, twee gaskachels, enz., waren abusievelijk niet geraamd. Dat betreft dus de technische installatie, waarnaar openbare werken wel eens keer is gaan kijken maar waar het personeel ook geen verstand van heeft. Op deze pagina komen dus al posten voor tot een bedrag van 30 40 duizend gulden voor niet geraamde werken die toch noodzakelijk waren. Op de tweede pagina komen nog diverse benodigdheden voor die niet waren ge- raamd tot een bedrag van 5.000 en zo komt spreker in totaal tot 46.000. Dan is er na opening van het bad een reparatie van een leiding geweest, kosten 1.542, hetgeen een totaal vormt van ruim 47.000. Men houdt dan helemaal tienduizend gulden over voor diverse kleine zaken. Als de raad dezelf de studie van de cijfers had gemaakt zou hij tot dezelf- de conclusie zijn gekomen. Op een werk van bijna 2 miljoen vindt spreker

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 15